13 MAART 1986 181 al duidelijk geworden. Over het personeelsbeleid zijn we onge looflijk blij dat, wat wij eigenlijk als één van de punten iede re keer hebben opgenomen, nu bij alle vier de algemene beschou wingen in deze raadsperiode vermeld is. De P.v.d.A. heeft zelfs een motie daaronder gelegd. We kunnen die volledig steunen. U heeft daar ook al een antwoord op gegeven, nl. dat men daar zo zorgvuldig de aandacht aan heeft besteed. We zijn alleen maar blij dat we zo dicht bij elkaar zijn gekomen. Ik heb nog een aantal zaken over Uw beantwoording inzake de motie die wij heb ben ingediend met betrekking tot de kleine criminaliteit. Hier is duidelijk, dat er nauwelijks een standpuntverschil is binnen deze raad. Heel typerend is dat relatief gezien Breda de tweede grote stad is qua criminaliteit in Nederland, na Amsterdam. Je zou dus alle mogelijke moeite moeten doen en ik ben ervan over tuigd dat hij dat doet. We hebben wel begrepen dat hij zoveel mogelijk gelden uit Den Haag weg wil sleuren. Dat zal heel moei lijk zijn; dat weten we ook wel. De heer De Zwart heeft dat in een andere context gedaan met betrekking tot de groeistadproble- matiek. Dit is een dergelijke problematiek, die enorm belang rijk is voor onze gemeente. Ik ga nog even terug naar de beant woording van wethouder Welschen inzake de commissie Wonen. We zijn heel blij dat hij zo duidelijk is ingegaan op een aantal vraagpunten. Hij heeft al enigszins zaken verklapt uit de nota, die wij nog niet kennen. Ik wil daar inhoudelijk niet teveel op ingaan, omdat ik eerst de nota wil lezen om een gedegen oordeel te krijgen. Wat mij wel opviel is die rustige stappenaanpakIk noem ze even snel: verzelfstandiging, strategie, aanvragen van het woningbedrijf, vragen om een rapport en overlegstructuren, verbetering van algemene regelingen. Als ik de pers heb begre pen in de afgelopen tijd en als dat ook in die nota naar voren komt, hoe zit het dan met één van die eisen van V.R.O.M., name lijk de verkoop van woningwetwoningen. Daar heeft U niets over gezegd. Dat heb ik even gemist. Misschien is dat een kleine zaak geweest, die U over het hoofd heeft gezien. Verder konden wij zeer content zijn met Uw beantwoording. Ik ga nog even te rug naar wethouder Hofsté en wel met betrekking tot de Incom. We konden voor het grootste gedeelte het betoog volgen, wat hij heeft gehouden, over de Incom. Wij vinden wel dat de termijn van drie maanden, om de zaken volledig op tafel te zetten, aan de korte kant is. Wij verzoeken U om te bekijken of we de ter mijn van drie maanden niet kunnen verlengen. Je kunt dan met een gedegen oordeel, vooral voor deze belangrijke zaak, gaan kijken. Wij zijn erg blij met de enquête. Ik had er zelf nog geen kennis van genomen. Ik vond het wel vreemd, dat het hier aan de orde werd gesteld. In ieder geval zijn we erg blij dat wij, zelfs bij de achterban van Lisa, toch nog vijf zetels halen De heer MARTENS Ik zal vrij kort door de beantwoording van het college en de mo ties gaan. Daarna wil ik, nadat ik de algemene beschouwingen van het C.D.A. en V.V.D. gelezen heb, daar over iets zeggen. Wat wethouder Römkens betreft wil ik hier toch duidelijk stel len, dat wij in principe voor een sluitende begroting zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 181