13 MAART 1986 188 wethouder cultuur begrepen, dat het college uit de reacties van de raad voelde dat de motie van december niet geheel was uitge voerd. Ik geloof dat ik het zo moet stellen. De wethouder formu leerde het ook zo. Dat heeft het college goed gevoeld. Als we de tekst van de motie nog een keertje naast elkaar leggen, vraag ik me af hoe het college tot het gevoelen kwam dat de mo tie wel was uitgevoerd. Er wordt inzicht gevraagd en in eerste instantie is daar niet op ingegaan. We kunnen waarschijnlijk niet verwachten van de wethouder dat hij een minderheidsstand punt heeft ingenomen. Hoe is de meerderheid van het college tot die overtuiging gekomen? Ik citeer niet heel de zin meer, want dat heb ik in eerste termijn al een keer gedaan. Wij hebben daar naar gevraagd en we zouden inzicht willen hebben in hoe het college daarbij komt. Dat zou best interessante ontwikkelin gen kunnen betekenen. Wat die motie van cultuur betreft het vol gende: de datum 20 maart had een tweetal functies. De eerste functie was om iedereen wakker te schudden en dat is blijkbaar gelukt. De tweede functie was om op een gegeven moment te zeg gen: we moeten duidelijke besluiten nemen en keuzes maken op het moment dat we in de college-onderhandelingen gaan. Dat bete kent dat we ook inzicht moeten hebben in die zaken en vandaar de datum 20 maart. Dan beginnen immers de college-onderhandelin gen en moet je daarover inzicht hebben, maar dan wachten we een weekje met de college-onderhandelingen. Over 20 maart het vol gende. Wij willen best zeggen, dat het niet haalbaar is. We wil len die datum best verschuiven. De wethouder heeft echter in zijn verhaal gezegd dat hij half mei wil komen met de achterlig gende notities en een voorstel hoe het college over de invul ling van het geheel denkt. We zijn hartstikke blij met het feit dat het college half mei wil komen met het voorstel tot invul ling van het geheel. Dat betekent alleen, dat de cijfers al een tijdje eerder klaar zijn, want het college moet zich daarop nog werpen en een discussie aangaan. We zouden uiterlijk 1 mei de onderliggende stukken in ieder geval willen hebben. We kunnen dan de discussie hebben over de principiële meningsvorming, zo als het officieel heet, en de plaatsbepaling van cultuur, zon der dat daar direct een invulling aan gegeven wordt. Het wordt dus gewoon een discussie wat we nu met cultuur willen. Die zou bijvoorbeeld begin mei plaats kunnen vinden. De rest van de hele procedure kangewoon voortgaan, zodat het college half mei, nadat de andere partijen zich eens hebben kunnen verdiepen in de hele materie, de besluitvorming kan afronden. We willen onze motie inzake het gestelde onder 1 wijzigen en er uiterlijk 1 mei van maken. Motie 1 van het C.D.A. vinden wij een sympathie ke motie. Alleen vind ik dat er twee problemen zijn, waar elke gemeente mee zit. Het hele probleem van de profijtkorting komt weer op ons af. Dat zullen we nu niet behandelen. Bij deze mo tie moet duidelijk geconstateerd worden, dat de groeistadproble- matiek niet voor elke stad op dit moment gelijk is. Elke stad verkeert in een verschillende fase. In ieder geval dient de fa se, waarin men daar verkeert, duidelijk benaderd te worden, om dat dat zijn specifieke problemen kent. Voor de rest hebben wij daar geen enkele moeite mee. Motie 2 ligt in het verlengde van de motie, zoals wij die hebben ingediend en allebei liggen ze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 188