13 MAART 1986 197 gecorrigeerd worden. Die mogelijkheid blijft in de toekomst aan wezig. Dat daarmee toch een trendsetter-effect bereikt kan wor den, wordt door mij niet ontkend. Het is zeker niet zo, dat het een absoluut gegeven is. De heer Simons vraagt zich af hoe dit blok zo'n eenheid kan vormen. Ik heb geen wetenschappelijk on derzoek gedaan. Ik ben wel portefeuillehouder van de sociogra fische dienst. Het zou kunnen zijn, maar dat is helemaal voor mijn rekening, dat wanneer je jarenlang op een constructieve ma nier met elkaar samenwerkt, je dit soort verschijnselen wel eens oproept. De heer Simons zegt dat de alternatieven van ta fel geveegd worden. Ik denk dat ik meer heb gezegd, nl. dat we duidelijk een financieel kader op tafel hebben gelegd. We heb ben erkend dat we daarmee niet de volheid van een Kadernota heb ben gegeven, maar dat de over een paar weken aantredende nieuwe raad juist tegen de achtergrond van dit kader een aantal be leidslijnen aan moet geven. Op een dynamische wijze kan invul ling worden gegeven aan het te voeren beleid naar de toekomst. Ik had U het model Leiden willen uitleggen, maar de heer Crul heeft het al gedaan. Voor alle duidelijkheid kunt U het nog af checken bij de heer Van Eek, secretaris van die commissie. Hij zal U mededelen dat die commissie een beetje is ingeslapen, om dat de raad andere prioriteiten stelt, maar dat kunt U van de heer Van Eek zelf vernemen. Ik ben van mening dat wij in Breda nadrukkelijk invulling moeten geven aan de controlerende func tie van de raad. Het model Leiden kan meegenomen worden. Dat wijs ik niet zonder meer af, tegen de achtergrond van hetgeen ik straks als antwoord op de vragen van de heer De Bruijn heb gesteld over de nieuwe comptabiliteitsvoorschriftenalle moge lijkheden daarvan en mijn eigen opvatting over de echte commis sie financiën. Ik vind elk model bespreekbaar. De heer Crul heeft over zich zelf geroepen. U gebruikt in Uw eerste termijn de woorden onbetrouwbaar, onduidelijk en misleidend. Ik word geconfronteerd met een bepaalde publikatie, waarin de sociogra fische dienst als mantel wordt gebruikt. Aangezien ik weet wat de reactie van de sociografische dienst is geweest, kan ik daar alleen maar uit concluderen, dat de betrouwbaarheid respectie velijk het misleidende element zeker daaraan niet gespeend is en die combinatie heb ik gelegd. Zo is het gegaan. Wat mij be treft hebt U het over Uzelf afgeroepen. De heer CRUL Ik heb bepaalde zaken van het college geconstateerd. Daarvan zeg ik, dat het misleidend is. Dat staat op papier. Er zijn vragen gesteld over machinefabriek Breda enzo. U hebt niets ge constateerd. U heeft iets in de krant gelezen. Dat is een dui delijk verschil. Wethouder RöMKENS Is dat dan geen constatering? De heer CRUL Dat is wel een constatering, maar U heeft toch niet nagegaan of het wel of niet juist is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 197