13 MAART 1986 200 trouwbaarheidsgraad moet hebben. Ik had niet de indruk dat dat het geval was, omdat hier geen gebruik is gemaakt van het bevol kingsregister. Dat kon ook niet. Als je dan zegt dat het niet de bedoeling is dat het wetenschappelijk is, zou ik willen zeg gen: vergeet het dan maar. U hebt steeds gezegd dat we moeten kijken naar de bedoelingen achter de enquête. Het houdt dan na tuurlijk helemaal op. Je kunt ook naar een bepaald doel toe re deneren en dat is niet zo verstandig. Ik zou veel liever hebben gezien dat U zegt: wacht nu rustig die uitslag van de verkie zingen af. U kunt rustig wachten, want als U zelf uitslagen gaat verzinnen, helpt U zich zelf daar ook niet mee. Ik ken dat soort redeneringen: ik pas in mijn jas, mijn jas past in mijn tas, dus ik pas in mijn tas. Mijnheer Crul, wacht U rustig de uitslag af. De heer CRUL De heer Bokkelkamp noemde een cijfer van de V.V.D. Ik denk dat U niet meer rustig bent. De VOORZITTER Ik heb alle rust. De heer CRUL Dat blijkt niet. De VOORZITTER Wacht U maar af. U kunt beter naar een huidarts gaan. In dat ge val heeft U de uitslag al voordat U bij hem bent. Wethouder WELSCHEN Er is mij weinig meer gevraagd. De heer Bokkelkamp vroeg of er iets over de verkoop van woningwetwoningen in staat. Dat is in derdaad het geval. Wethouder VAN ASSELDONK Ik ga toch even naar cultuur. Dat is belangrijk. Er is wat ge vraagd aan het college en het college antwoordt toch maar met één wethouder. Hoe komt U nu op het een en hoe komt U nu op het ander, vraagt mijnheer De Bruijn. Er is in de commissie al lang gesproken, op 2 mei 1984, over de h.u.g. II. Ik heb toen in de richting van de heer De Werd duidelijk gezegd dat cultuur ont zien is door het college. Er is een oneigenlijke bezuiniging ge accepteerd. Dat waren toen de podiumkunsten. Op 230 banen moet daar tegen de achtergrond van de reorganisatie en de langzaam op gang komende automatisering, 7 arbeidsplaatsen tekort zijn. Daar zijn we begonnen en we zijn gaan zoeken. We hebben noti ties gemaakt, die de commissie heeft gehad. Het college heeft aan de hand van die notities in ieder geval een aantal functies opengesteld. Ondertussen bleef de raad vragen: wethouder, voer die vier punten van het programakkoord uit en met name de drem pelverlagende activiteiten. Er ligt toch nog dat raadsbesluit en de beschouwingen van 1985 waarin de raad unaniem zegt: we zijn op de goede weg met cultuur. Er ligt de verantwoording om een raadsbesluit uit te voeren en drievijftig te bezuinigen. Er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 200