10 APRIL 1986 nog van stichtingen, verenigingen en instellingen, het ondoen lijk is om dat allemaal op ons briefpapier te vermelden. Derhal ve vinden wij dat wij het experiment op dit moment zeker niet moeten doen, maar dat we wellicht eens kunnen kijken naar het effect ervan. Er is gezegd, dat het op de eerste plaats een taak is van de busdiensten zelf. Als wij op enigerlei wijze door middel van voorlichting een toegevoegde waarde kunnen ge ve*!, is dat altijd meegenomen, maar in de praktijk is dat vrij wel niet te realiseren. De heer SCHARFF Ik zou toch een paar opmerkingen willen maken naar aanleiding van het gestelde in eerste termijn. In de richting van de heer Taks zou ik willen zeggen, dat het geen kwaad kan om het goede te behouden en als er eens een keer wat goeds uit Den Haag komt, moet je dat meteen omarmen. De heer TAKS Daar houd ik U aan. Dat is de eerste keer dat ik dat hoor. De heer SCHARFF Daar ben ik me niet van bewust. Ik dacht dat ik zo nu en dan wel eens wat uit Den Haag oppikte, maar misschien kijkt U daar anders tegenaan. Het sluit inderdaad aan op een initiatief dat door het ministerie van verkeer en waterstaat is genomen en dat door een aantal andere gemeenten, min of meer naar aanleiding van aanbevelingen, is overgenomen. Als ik de bezwaren hoor, zo als die nu zijn uitgesproken, kom ik voornamelijk op een be zwaar van praktische aard, zoals dat uitvoerig door de voorzit ter is uiteengezet. Op zich kan ik begrijpen dat je op prak tische problemen stuit, zoals U dat heeft geschetst voor een aantal diensten die nogal gesplitst zijn ondergebracht. Een voorbeeld wat ik zelf heb genoemd in het voorstel, betreft een dienst die wei geconcentreerd zit. Daar zou het in ieder geval voor kunnen werken. Er zijn ook diensten, waarvan je niet het idee hebt, dat ze morgen weer ergens anders zitten. Openbare werken zit bijvoorbeeld over een aantal plaatsen in de stad verspreid. Je kunt je wel voorstellen, dat je bv. verwijst naar het hoofdgebouw, dat op een duidelijke locatie aanwijsbaar is. Wat dat betreft is er best een mouw aan te passen. Het tweede probleem wat U noemde betreft de gebouwen in het centrum. Daar gaan nogal wat buslijnen heen en dat wordt dus een heel ver haal. Ik heb eigenlijk bewust al die vestigingen in het centrum erbuiten gelaten, omdat iedere Bredanaar de weg naar het cen trum per bus zal kunnen vinden. Dat is niet nodig. Het gaat al leen om de perifere gevestigde diensten en bedrijven en dan met name om de hoofdvestigingen. Ik zou toch nog eens in overweging willen geven om in die zin het voorstel over te nemen. Er zul len inderdaad geen noemenswaardige kosten aan verbonden zijn ais we ervan uitgaan dat, wanneer het briefpapier van de betref fende dienst aan vervanging toe is, we er een regeltje onderaan laten bijdrukken. Tenslotte zou ik willen zeggen dat, als er een kundige lay out wordt toegepast, het niet storend hoeft te zijn. Van de zijde van het C.D.A. is immers gezegd, dat het tot 214

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 214