10 APRIL 1986 zigingsvoorstel gaat flagrant de andere kant uit. Voorts kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat het een taak van het colle ge zou kunnen zijn om, al schaffen wij het Enwa als gemeentelij ke dienst af, er voor zorg te dragen, te stimuleren of mogelijk te maken, dat de Bredase consument op enigerlei wijze in histo risch opzicht faciliteiten worden geboden. Het gaat me te ver om het college te vragen een soort verbruikersraad in het leven te roepen met betrekking tot de N.V. Enwa. Die formaliteit kan niet meer gehandhaafd worden vanwege die overdracht. Het colle ge zou overigens wel de verbruikersgroepen de ruimte kunnen ge ven om te komen tot een soort verbruikersraad, zoals een jaar of anderhalf terug op beleidsmatig niveau de bedoeling is ge weest. Een ander punt ligt in de sfeer van de consumentenbelan gen. Het is misschien maar een detail, maar wellicht komen we daar straks op terug bij het onderdeel G.K.B. In de stukken wordt geen melding gemaakt dat de reductie van de procentendruk die het laatste half jaar ten aanzien van de afschrijving reini gingsrecht tot de mogelijkheden behoort, betrokken is bij de le verancier/distributeur en de schuldencommissie. Ik zou graag van U vanavond horen of op dat punt de N.V. Enwa inderdaad die taken op zich zal nemen, die haar in augustus werden toegedicht bij het onderwerp schuldencommissie en de vrijstelling die daar bij behoort. Dat is een concrete vraag. Het vierde punt is het beleid ten aanzien van de alternatieve energie. De gemeente Bre da heeft zich, in de bijna voorbije collegeperiode, opnieuw best druk gemaakt omtrent het milieubeleid en de rol die de energie daarin speelt. Er worden zelfs voorzichtig potjes ge vormd voor de mogelijkheden tot alternatieve opwekking, in com binatie met distributie. Ik lees in de samenwerkingsovereen komst, ik druk het even in mijn woorden uit, dat de gemeente Breda zich verbindt om geen concurrent te worden van het Enwa in de -sfeer van: we gaan niet eerst het Enwa afstoten en ver volgens een eigen warmtekrachtcentrale installeren of wat dies meer zij. Ik heb eveneens in de stukken gelezen, dat de gemeen te Breda zich directelijk of indirectelijk onthoudt van activi teiten op dat front. Ik zou nu in dit verband graag willen we ten in hoeverre de gemeente Breda de mogelijkheden behoudt om als gemeentelijke overheid idee-initiatieven vanuit hetzij Bre dase inwoners of Bredase organisaties, hetzij Bredase bedrijven te stimuleren om te komen tot bevordering van alternatieve ener gie-opwekking en distributie. Met andere woorden: in hoeverre is dat prohibitief in de overeenkomst opgenomen? Het laatste on derdeel ligt in de sfeer van het personeel. Wij hebben tot onze vreugde mogen constateren, dat in het wijzigingsvoorstel, dat vanavond op tafel lag, het onderdeel autokosten gewijzigd is conform de toezegging in de commissie. Datzelfde geldt voor het onderdeel plaatsing van personeel, die nu niet formeel bij het Enwa werken, maar wel ten dienste van het Enwa bezig zijn. Wat ons bevreemdt is het volgende. We hadden daar graag nadere uit leg over. In het verhaal I.Z.A., I.Z.R., is het op zich heel charmant dat we na de commissievergadering van eind maart een set op onze tafels vinden, de brief van het college, en twee brieven van begin april van het I.Z.A. Ik moet U eerlijk gezegd melden dat we er geen touw aan vast kunnen knopen. Het I.Z.A. 221

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 221