10 APRIL 1936 225 risico. Achteraf bezien vind ik het jammer, dat ik daarover in mijn veronderstelling gelijk heb gehad. Wat er nu speelt, vind ik toch wat merkwaardig. In de risico-afdekking als zodanig zit ten bij de stadsverwarming plussen, maar er zijn toch een paar vraagtekens. Wij hebben altijd gezegd: inclusief Neon, geen ri sico. Laten we maar aannemen dat dat binnen de bandbreedte valt; die Neon-lening was dik genoeg. We krijgen er echter niets voor terug in positieve zin. Ik heb het volgende gedacht. De P.N.E.M. is de leverancier van het spul wat wij hier vervolgens distribueren; dat is warm water en dat is het systeem. Zij hebben te maken met afnemende additionele kosten. Wat bij ons, in het kader van de totale spreiding over één stad en alles wat daarbinnen zit, is nog een min. Het is wel gesaldeerd over een veel groter afzetgebied, met andere plaatsen erbij. Naar mijn mening, als ik dat even globaal bekijk en dat kan ik alleen maar op de rand van de enveloppe, is dat misschien wel een plus. Het was aardig geweest als we daar iets uit hadden gekregen. Ik wil daarmee natuurlijk niet treden in die onderhandelingen. Dit was een plus waar een minnetje aan zat, begrijpt U? Ik ben het overigens met sommige sprekers eens, dat je beter zelf het initiatief Kunt nemen. In het kader van een stuk verzelfstandiging van onderdelen van de gemeente zegt de heer Scharff dat je moet af wachten tot in feite de boem over je komt. Dat lijkt mij eigenlijk op alle fronten, nog afgezien van de onderhandelingstechnische ruimte, niet juist. Er is gesproken over de zekerheid voor het personeel, over het sociaal-statuut en alles wat daarmee samenhangt. Inzake de brief van het I.Z.A. horen wij straks graag een toelichting. Dat is kennelijk een niet goed geregelde zaak. Wat ook een belangrijk punt is, is uiteindelijk het behoud van een stuk werkgelegenheid in Breda. Dat mag een positieve zaak genoemd worden. Hiermee wordt in feite een heel stuk vermogen, wat wij hadden opgeslagen en een bedrijfsmatige uitvoering mee deden, vrijgemaakt. Dat is, zoals U weet, een beetje op de valreep wat betreft mijn hobby's in deze raad. Dat is altijd een belangrijke hobby van mij geweest. Het kan een hele positieve bijdrage leveren aan het totale financiële saneringsproces van deze gemeente. Ik zal niet treden in de programonderhandelingen, die morgenavond wederom, heb ik begrepen, worden voortgezet. Ik heb wat minnen en plussen ge had. Er zijn meer plussen dan minnen. Ik heb daarnaast nog een paar plus-minnen, met name het punt van de alternatieve ener gie. Daar is vanavond zoveel over gezegd, dat ik het heel kort kan houden. Er is gesproken over consumenteninvloed, de kwestie van de collectieve commissie verwarmingszaken ad-hoc, de gebrui kersraad met alles wat daarmee samengaat en de gebruiksvriende lijkheid. Ik veronderstel dat een bedrijf, dat straks bedrijfs matiger zal opereren dan thans het geval is, in feite veel ge bruiksvriendelijker zou kunnen opereren, hoewel de afhankelijk heid van dezelfde consument in feite kleiner is geworden. Een plus-min-situatiewaar ik wat moeite mee heb, betreft o.a. de grondslag waarop het Enwa wat eer wordt ingebracht, de boek waarde en de financiering door middel van een lening. Als ik me goed herinner is de P.N.E.M. een van de allerrijkste bedrijven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 225