10 APRIL 1986 229 e.d., zal een arbitragecommissie worden ingesteld die de N.V. Enwa omtrent het gerezen geschil een bindend advies uit brengt. Deze commissie zal bestaan uit drie leden, waarvan er één benoemd wordt door de N.V. Enwa, één door het college van b. en w. en één vertegenwoordiger van die gebruikersgroe pering, waarmee het geschil is ontstaan. Het advies wordt uitgebracht bij meerderheid van stemmen; b. onder een gebruikersgroepering wordt verstaan een groepering van gebruikers van diensten van het Enwa, die zich als zoda nig kenbaar heeft gemaakt. en gaat over tot de orde van de vergadering. Wethouder SANDBERG De raad heeft op haar tafel een aantal stukken aangetroffen. Ik wil ze U even noemen. Dat zijn de door enkelen van U reeds geme moreerde stukken van I.Z.A. Ik kom daar straks nog op terug. Over de wijzigingen in de overeenkomst, behorende bij het voor stel, wil ik op voorhand verklaren, dat wij hadden afgesproken dat wij de hele zaak zeer kritisch met elkaar zouden doorlopen. Dat heeft hier en daar geleid tot een aantal tekstuele zaken. Die zijn hierin verwoord. Ik kom daar met betrekking tot de consumentenbond uiteraard op terug. Tenslotte vindt U in hetzelfde overzicht een wijziging in de jaarlijkse winstuitkering van het gas. Er is een wijziging aangebracht op de rente-index. Dat was naar ons oordeel toch onvoldoende. Daarom treft U ook een brief van het accountantskantoor van de V.N.G. aan, die ons heeft aangegeven welke wijziging daarop van toepassing zou moeten zijn om uiteindelijk de intentie, die in de overeenkomst lag ten aanzien van de Gastin, beter tot zijn recht te kunnen laten komen. Met dit voorstel is eigenlijk een voor mij, maar ook voor vele anderen, boeiende, uiterst leerzame, relatieve, unieke, maar in ieder geval een in bijzonder plezierige sfeer verlopen periode van onderhandelingen feitelijk afgesloten. Met Uw besluitvorming dadelijk is het overleg over deze materie ten principale afgesloten. Het is nooit mijn gewoonte geweest in deze raad te beginnen met ambtenaren een pluim op de hoed te steken. Ik vind dat je daarmee ook zeer terughoudend in de raad moet zijn. Ik zou toch willen zeggen dat ons college in dit hele proces een bijzondere bijstand heeft gehad van ambtenaren van de afdelingen financiën, personeel,* de afdelingen juridische zaken en centrale planning hebben er ook aan meegedaan. Bovendien mogen de beleidsadviseurs van het bedrijf zelf niet vergeten worden. De wijze waarop het is gebeurd, en de kwaliteit en de inzet waarmee het is gedaan, zijn prima. Daar waar Uw raad ten aanzien van deze voorstellen complimenten in de richting van het college heeft gestuurd, zou ik een groot deel van die complimenten willen doorschuiven aan deze mensen. Het gaat vanavond om de grote lijn. Gaan we akkoord met het afstoten van het Enwa naar een andere juridische structuur, een naamloze ven nootschap, waarbij uiteraard de invloed van de gemeenteraad van Breda minder wordt. Dat is een volstrekt duidelijke zaak. Uw raad moet een oordeel uitspreken. Ik heb begrepen, dat een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 229