10 APRIL 1986 230
groot aantal Uwer daar ja tegen zegt met op uitwerkingsonderde-
ien enige kritische geluiden en vragen. Ik wil beginnen met te
benadrukken dat het gaat om een overeenkomst tussen twee partij
en, waarbij het natuurlijk op voorhand volstrekt duidelijk was
dat de gemeente niet kon dicteren hoe die overeenkomst eruit
zou moeten gaan zien. Nee, deze overeenkomst is het resultaat
van zorgvuldig overleg en een compromis zoeken tussen tegenge
stelde belangen. De een wil zoveel mogelijk revenuen ontvangen
uit de transactie en de ander wil er zo weinig mogelijk voor be
talen. Gelukkig waren niet alle zaken volstrekt tegengesteld.
We hebben samen gezocht naar de best mogelijke formulering, om
dat wij datzelfde belang hadden. Vanavond moet het oordeel uit
gesproken worden of er in voldoende mate een compromis van te
gengestelde en soms parallel lopende belangen is bereikt. Dat
heeft uiteraard zijn financiële, personele en juridische meri
tes en de consumentenbelangen. We moeten wel tegen elkaar duide
lijk zijn bij het onderbrengen in een andere juridische struc
tuur. Wanneer een ander het eigendom verwerft, zo kan ik het
ook zeggen, geef je uiteraard een aantal bevoegdheden uit han
den. Dat kan niet anders. Niemand zal zeggen dat hij wel het ei
gendom wil verwerven en het ook wel wil betalen, maar dat een
ander verder uitmaakt wat daar blijft gebeuren. Dat is niet mo
gelijk. Daarom is gevraagd - en die vraag komt ook in Uw raads-
discussie herhaaldelijk naar voren - hoe je de belangen van de
Bredase burgers tegen deze achtergrond zo goed mogelijk behar
tigt. Daarbij is uiteraard een aantal zaken aan de orde, die
heel direct op die consument gericht zijn. Over de tarieven in
zake de structuur en de afwerking is een aantal zaken vastge
legd. Wij hebben ten aanzien van sommige regimes gesproken en
we hebben afspraken gemaakt over het niveau van dienstverle
ning. Ik geef toe dat dit het meest moeilijke is, omdat daar
natuurlijk geen objectieve meetlat is naast te leggen. Dat is
ook het betoog van de heer De Hoogh geweest. Bij het sluiten
van een overeenkomst mag je uitgaan van of dat je geloof hebt
in de intenties van je partner wanneer je afspraken maakt of
dat je daarin niet gelooft. Je moet je dan inderdaad tot op zo
danige details vastleggen, dat je ontegenzeglijk in de proble
men raakt omdat tarieven voor over een periode van drie a vier
jaar per definitie niet zijn vast te leggen. Er zijn dan veel
te veel externe factoren van invloed. Over de landelijke ontwik
keling heeft de heer Van den Wijngaard gesproken. Dat is vol
strekt duidelijk en dat is ook eigenlijk het uitgangspunt van
de hele financiële paragraaf in deze overeenkomst geweest. De
financiële uitkering van het energie- en waterbedrijf zal op
den duur niet op het huidige niveau gehandhaafd kunnen
blijven. Daar speelt een aantal factoren op in, maar het is wei
zo dat wij op dit moment deze overeenkomst kunnen sluiten
vanuit een vrije wilsovereenstemming en niet gedwongen door
landelijke ontwikkelingen, maar wel met inachtname van die
ontwikkelingen op de wat verdere toekomst. We zouden in een
totaal andere positie verzeild geraakt zijn wanneer die
landelijke ontwikkelingen zich hadden doorgezet. Over enige
jaren zouden wij in een situatie terecht gekomen zijn, waarin
we waren gedwongen om te gaan praten. De heer Van den Wijngaard
heeft gezegd, dat het terecht