10 APRIL 1986 232 is gekomen, is de intentie door de P.N.E.M. uitgesproken, dat de N.V. Enwa dat onverkort zou moeten voortzetten, zo niet sti muleren en ondersteunen. De heer Berkhout heeft over de desinte- gratievergoeding gesproken. Ik ben het volstrekt met hem eens. De vergoeding is nu vastgesteld op 8,1 miljoen gulden, als ik me niet vergis. Er ligt natuurlijk wel een mondelinge intentie. Mochten zich ontwikkelingen voordoen in de effectuering van de feitelijke overdracht, die plussen, minnen of een desintegratie-vergoeding tot gevolg hebben, dan moet daar reëel over gesproken worden. Het gaat er ook niet om dat er winst wordt gemaakt of verlies wordt geleden op die desintegratie-vergoeding. Het is zaak, dat er een feitelijke compensatie komt voor datgene dat zich in de plus- en in de rainsfeer afspeelt. Voor de vraag die daaraan gekoppeld was met betrekking tot de alternatieve werkgelegenheid, vindt U, met name in het wijzigingsvoorstel op blz. 2, exact een antwoord. Dat is dus ook door de N.V. Enwa gegarandeerd. Over de B-3- status kan ik nog geen enkele duidelijkheid verschaffen. Dat zal pas tegen het eind van dit jaar, naar wij verwachten, beantwoord kunnen worden. Het is duidelijk een ontbindende voorwaarde. We komen er geheel anders voor te staan, als het onverhoopt anders uitpakt dan wij nu eigenlijk allemaal verwachten. Vooralsnog gaan wij ervan uit, dat dat zonder problemen zal worden verkregen. De heer Berkhout vraagt of zijn constatering juist is dat het college als voornemen heeft het regelmatig in de commissie over belangrijke zaken te hebben. Komt dat in de relatie gemeente, straks N.V. Enwa, aan de orde? Leent die zich ook voor het overleg met de commissie? Ik heb al in de commissievergadering gezegd, dat het ondubbelzinnig ja is. Wij zijn bereid om dat aan de orde te stellen. De heer De Hoogh heeft een vijftal criteria uitvoerig aan de orde gesteld. Daar ga ik op in. De heer De Hoogh gebruikt wel eens een terminologie, die niet de mijne is. Het komt op mij vreemd over wanneer hij spreekt over het resultaat van de vrije jacht van de P.N.E.M. Ik zou dat zo niet willen noemen, maar ik heb er geen probleem mee als de heer De Hoogh het zo wil benaderen. Het is vaak: c'est le ton qui fait la musique. Het staat onmiskenbaar vast, dat wij in Nederland naar grotere bedrijfseenheden gaan. Dat zal gebeuren. Ik denk, en dan kan ik meteen de vraag van de heer Scharff beantwoorden, dat zelfs een kabinetswisseling, welke politieke kleur die dan ook gaat krijgen, feitelijk niet van invloed zal zijn. Ik kan zelfs zeggen dat uit de verslagen van de commis sievergaderingen, waarin deze zaken worden behartigd, blijkt dat verschillende politieke partijen een inkleuring geven aan sommige details. Als je die verslagen goed leest, ontdek je toch de grote lijn daarin. Al die politieke partijen komen lang zamerhand tot de conclusie, dat de landelijke concentratie van Nutsbedrijven zich zal voortzetten. Bij de eventuele revenuen van een dergelijke concentratie kan het gevaar ontstaan dat die wel eens naar de schatkist zouden kunnen gaan. Hoe moet je er dan tegenaan kijken? Als dat de landelijke ontwikkeling zou zijn, is het Enwa nog steeds als gemeentelijk bedrijf daar niet van uitgezonderd en zal het daarop verder geen invloed hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 232