10 APRIL 1986 235 I.Z.A. blijft echter wel zitten met een doelgroep van een rela tief iets groter gezondheidsrisico en dat zijn namelijk de ge pensioneerden, die over het algemeen in de verzekeringssfeer iets duurder zijn. Dat is een zaak die niet op locaal niveau door de gemeente moet worden opgelost. Dat is ook een probleem tussen het I.Z.A. en het I.Z.R. Wij hebben afgesproken dat de P.N.E.M. bereid is om te gaan praten met de I.Z.R. Binnenkort zal een gesprek plaatsvinden, maar ik kan uiteraard niets ver tellen over de resultaten van dat gesprek. Dat is het probleem, waarvan wij als college het standpunt hebben ingenomen dat je dit niet op locaal niveau moet laten regelen. Dit zijn feite lijk problemen, die zich ook al elders gemanifesteerd hebben en die op landelijk niveau tussen de hoofdbesturen van I.Z.R. en I.Z.A. moeten worden opgelost. De heer Scharff vraagt in hoever re de landelijke ontwikkelingen zich zullen doorzetten. Dat heb ik al beantwoord. Hoe je daarover ook oordeelt, de concentratie gaat door. De kernenergie is voor de heer Scharff een zwaar punt, omdat hij tegen die achtergrond dit voorstel beoordeelt. Naar ons oordeel is dat bij dit voorstel niet aan de orde. Ik acht mij dan ook niet geroepen om nu opnieuw met de heer Scharff een uitvoerig debat over kernenergie te gaan opzetten. Ik hoop dat de heer Hendricks inmiddels tevreden is met de toe zegging over de alternatieve energie. Hij heeft het juist dat er in zekere zin loskoppeling met het politiek bestuur van de gemeente Breda wordt geëffectueerd. Ja, dat is juist, maar ik blijf toch volhouden, via de formele kanalen hebben wij straks een aandeelhoudersvergadering en een commissaris, die te allen tijde als belangenbehartigers van de Bredase burgers fungeren. Hij heeft natuurlijk ook zijn informele kanalen en wegen om wan eer er zaken scheef zijn gegaan of dreigen te gaan, bij de di- jctie van N.V. Enwa aan de bel te trekken. Ik ben ervan over tuigd dat van die kant de bereidheid blijft bestaan om in goed onderling overleg daarvoor oplossingen te vinden. De plussen van de stadsverwarming hebben wij inderdaad niet meegenomen. Wij vonden weinig bereidheid bij de P.N.E.M. om dat nu al con tant te maken en dat kunnen we dus helaas niet in onze zak ste ken. Een andere zaak is, mijnheer Hendricks, dat de grondslag van de boekwaarde geen zaak is die interpretabel is geweest. Wij hebben gezegd dat de boekwaarde van het bedrijf zo objec tief mogelijk moet worden vastgesteld tegen de achtergrond van afschuivingstabellen etc. Daarvoor is het V.N.G. ingehuurd. Op die boekwaarde moet noch winst noch verlies worden gemaakt. Dat moet zo overgaan. Een andere zaak is hoe het nu gefinancierd wordt. Dat gebeurt in de vorm van een lening. Ik mag namens de heer Römkens U antwoorden dat een dergelijke constructie in het voordeel is van de gemeente Breda en waarom? Wij hebben intern geld, dat op basis van de door U vastgestelde rentevoet 8,9% op brengt. Als je dat geld door de P.N.E.M. laat fourneren op de vrije markt tegen een renteniveau van op dit moment 6,6?, blij ven wij zitten met uitstaand geld van 8,9?. Het is U wel duide lijk. Ik mag nog een keer zeggen, dat gebruiksvriendelijkheid voor het bedrijf niet een zaak is wat het college alleen maar nastreeft. Het is toch ook heel nadrukkelijk in het belang van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 235