10 APRIL 1986 249 De heer DE BRUIJN We hebben het hele verhaal van de kredietbank, het besluit wat we eerder genomen hadden en dan plots dit besluit op ons bord. We hadden even het gevoel dat dit het verhaal was van de man die van de vijftigste verdieping naar beneden viel en dat men onderweg vroeg: "hoe gaat het?" en dat hij zei: "tot nu toe gaat alles goed", maar ondertussen zakte hij wel verder. Dat ge voel hebben wij met dit voorstel. Wat zie je? Terwijl de hele kredietbank nieuwe stijl opgezet gaat worden, horen we geen ge luiden dat het slecht gaat. Het gaat goed en we zijn bezig met de verdere opbouw. Op een gegeven moment wordt alles even geslo ten om enige zaken op een rijtje te zetten en plotseling krij gen we dit voorstel. Het heeft aan informatie over de feite lijke gang van zaken toch enigszins ontbroken. Daarnaast zijn enkele toezeggingen van ambtsvoorgangers op de betreffende por tefeuille niet geheel nagekomen, bijvoorbeeld het betrekken van de Nederlandse vereniging volkskredietwezen bij het hele opzet ten van de kredietbank nieuwe stijl. De gang van zaken is niet die geweest, die we ons daarbij hadden kunnen voorstellen. Over dit voorstel het volgende. Het is op zich een verbetering van het voorstel dat we gisteren in de bus kregen. Het was helaas wat laat, maar in ieder geval is er tegemoet gekomen aan de be zwaren die we hadden, nl. om aan te geven waarom de kredietbank nu werkelijk op een andere wijze gestalte zou moeten krijgen. Het voorstel heeft aan waarde gewonnen en er is in ieder geval duidelijk inzicht gegeven in wat we werkelijk voorstaan en wat er tot nu toe mis is gegaan. Voor ons is in ieder geval de so ciale kredietverlening die mogelijk blijft en die duidelijk ge stalte krijgt; het aparte gezicht dat de kredietbank houdt met daarnaast mogelijk nog een gedeeltelijke commerciële dienstver lening is van belang. We zijn van mening dat dat toch belang rijk is voor de draagiijkheid van mogelijke tekorten die we daarmee krijgen. We zeggen het is niet je van het, maar gelet op de mogelijkheden en hoe het een en ander feitelijk in gang is gezet in het afgelopen jaar, kunnen we met dit voorstel wel kunnen leven. De heer DE H00GH Met betrekking tot dit voorstel, zou ik de discussie uit de com missie niet willen herhalen. Hoewel de voorliggende voorziening blijft voor de Bredase burger, is het volkskredietwezen in Breda om zeep gebracht. Het raadsbesluit van december 1983 is daarmee feitelijk achteraf voor niets genomen. De vraag blijft: hoe is dat proces nu gelopen? In ieder geval siert het de wet houder, dat hij wellicht namens anderen het boetekleed heeft aangetrokken. Meteen plaatst het ons in een patstelling in de sfeer van: hier sta ik en ik kan niet anders. Wat moeten wij dan op een gegeven moment? Hieruit kun je leren dat als je praat over het sociale gezicht van een gemeentelijk beleid, het niet alleen voldoende is dat je als raad besluiten neemt, terug draait of herbevestigt, maar dat met name de uitvoering onein dig veel moeilijker is, bijvoorbeeld continue de vinger aan de pols houden en zo nodig terugkoppelen. Daaraan heeft het ontbro ken. Achteraf krijg je de discussie: was het een goed besluit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 249