9 JANUARI 1986
26
woningcorporaties kunt voeren, en die gesprekken zijn zeker col
lega Welschen en ik bereid te voeren, over of het niet verstan
dig is tegen de achtergrond van de mogelijke toekomstige rente
wijzigingen rekening te houden met de daaruit voortvloeiende ri
sico's bij de putting uit de algemene bedrijfsreserveLos daar
van zijn de woningbouwcorporaties vrij in de besteding. Ze zijn
autonoom in de besteding van de algemene bedrijfsreserve op ba
sis van de Woningwet tot het niveau wat in artikel 21 en 22 ge
regeld is. Dat is een onvervreemdbaar recht van de woningbouw
corporatie. Wij kunnen dus in gesprek gaan en ik denk dat colle
ga Welschen graag bereid is om dit gesprek te voeren. Ik wil
wel nadrukkelijk stellen dat de autonomie van de corporaties om
te putten uit de algemene bedrijfsreserve onverlet overeind
blijft. Wanneer duidelijk het signaal gegeven wordt dat één cor
poratie het eventueel te nemen besluit voor vernietiging voor
draagt, dan denk ik dat het van zorgvuldigheid getuigt om een
dergelijke situatie te voorkomen. Als de heer Scharff zegt dat
hij plotseling twee maanden hoort noemen, dan wil ik de heer
Scharff verwijzen naar pagina 11 van het voorstel, waarin het
college heeft gezegd dat wij om die redenen, na de behandeling
van dit punt in de commissie Middelen en Milieu op 18 december
1985, onder voorbehoud van het besluit van Uw raad ter zake,
aan het rijk berichten om tot aflossing van leningen over te
gaan. Dat is juist vanwege het feit dat is voorgeschreven dat
je twee maanden voor de aflossingsdatum de lening moet opzeg
gen. Wij hebben U daarover ook bericht. Dat staat ook in het
voorstel. Dat is de relatie met die twee maanden en ik denk dat
we daar
De heer SCHARFF
Dan kan het dus worden uitgesteld, mits het voor 11 februari
door de raad besloten wordt?
Wethouder RÖMKENS
Formeel is het zo dat de raad moet besluiten tot het aflossen
van die leningen. Wij hebben uiteraard het voorbehoud gemaakt
dat de raad zich daarover moet uitspreken. Wij hebben U echter
aangekondigd dat wij de lening opzeggen. Daaraan zijn wij gebon
den omdat wij die twee maanden moeten houden. Was het zo dat op
grond van de raadpleging van Uw commissie in de richting van
het college, bericht was dat U daar bezwaar tegen had, dan had
den wij deze operatie nu niet kunnen doen maar pas een jaar la
ter. Tegen die achtergrond zeg ik dat de leningen zijn opge
zegd. Per 11 februari gaat de aflossing in en ik ben bereid tot
alles. Maar ik ben niet bereid, en dat zeg ik a titre personel-
le, een dusdanige procedure in gang te zetten, die ertoe zou
leiden dat die conversie niet doorgaat.
De heer DE HOOGH
Ik heb hier een briefje bij me, waarin dus gevraagd wordt aan
de commissieleden m.e.m. om een reactie. Ik heb een beetje zit
ten rekenen. Er staat uiterlijk vrijdag aanstaande en die brief
is geschreven op 17 december. Als ik dan twee maanden aftrek
van 11 februari, dan kom ik nog ver voor 17 december uit. Ik