24 APRIL 1986
272
wet kan. De heer Welschen vergeet te vermelden, dat je in over
leg met de woningbouwvereniging wel tot afspraken over nieuw
bouw kunt komen. Dat die mogelijkheid niet opengelaten wordt,
zegt misschien iets over het vertrouwen in de mogelijke onder
handelingen met de drie woningbouwverenigingen in Breda. Verder
weet iedereen, die zich een beetje voor volkshuisvesting pro
beert te oriënteren, dat één van de dingen waar je tegenaan
loopt, de problemen zijn bij gemeentelijke woningbedrijven. Het
ministerie onderkent die problemen ondertussen. Het heeft ver
domd goed in de gaten, dat de wetswijziging op zeer korte ter
mijn een van de weinige alternatieven is. Verder wil ik ingaan
op de democratisering. U zegt terecht dat dat te overleggen is
met de verschillende bewonersorganisaties in de buurten en de
huurders van het gemeentelijk woningbedrijf. De contacten waar
U over spreekt, zijn anders als de contacten in het kader van
de democratisering. De bewonersorganisaties waar U mee spreekt,
zijn onafhankelijke groeperingen die een belangenbehartigings-
taak vervullen. Degenen waar ik over praat, op het moment dat
je spreekt over democratisering, zijn het bewonerskader dat be
reid is bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen voor het
beleid van een nieuw op te richten corporatie. Dat is een essen
tiële andere invalshoek. Ik vraag me af of de lijnen die nu
open liggen, dezelfde zijn, die we straks nodig hebben. Uw ant
woord geeft mij wat dat betreft niet veel vertrouwen.
Wethouder WELSCHEN
Er is weinig nieuws aan de discussie toegevoegd. Ik wil er heel
kort op ingaan. De heer Scharff vraagt om een discussie over
het onderzoek zoals hij dat wil. Hij merkt zelf op, dat ieder
een in de raad zegt dat hij langzamerhand wel weet hoe het
zit. Daarnaast zegt hij: eerst het onderzoek en dan pas kijken
naar de maatregelen. Dat zal een enorm tijdverlies geven. Dat
is een aantal punten die bij mij tot de reactie hebben geleid,
die ik gegeven heb. Het is overigens een bevestiging van de dis
cussies, die we eerder daarover gehad hebben. De kwestie van wo
ningwetwoningen, bespreekbaar ja of nee, is een zaak die naar
mijn mening voor individuele raadsleden inderdaad moeilijk te
beoordelen is, wanneer je niet in de onderhandelingssituatie
zit met de adviseurs, zoals wij op dat moment zaten toen we het
voorstel maakten en nu nog zitten. Ik kan U daar wel eens wat
meer over vertellen, maar het zal U vermoedelijk en zeker niet
nu over de streep halen. Het is een kwestie van taxeren waar de
beste mogelijkheden liggen. Tenslotte in de richting van de
P.S.P. het volgende. Een wetswijziging ten aanzien van primaat
schap van corporaties bij het bouwen van woningwetwoningen, zie
ik de eerste tien jaar zeker niet aan de orde komen. Ik kan
daar rustig een fles geliefde drank op zetten, als U dat aardig
zou vinden. U verliest dat zeer zeker.
De heer SIMONS
Laten we het bij goedkope drank houden.