24 APRIL 1986 273 Wethouder WELSCHEN Ik heb geen merk genoemd. Inzake de democratisering heb ik net gezegd dat er binnen de huurders van het woningbedrijf wel dege lijk op dit moment een behoorlijke kadervorming plaatsvindt. Dat geeft alle vertrouwen dat je straks, wanneer je een vereni- gingsvorm hebt, daarvoor mensen zult kunnen vinden, die op een fatsoenlijke manier mee kunnen helpen de vereniging te bestu ren De VOORZITTER Alvorens te besluiten, wijs ik U erop dat er een gewijzigd exem plaar voorligt. Dit staat er helaas niet op. Er staat wel op: bij bijlage nr. 120. De heer SCHARFF Ik zou graag een stemverklaring willen afleggen. Wij zijn prin cipieel geen tegenstander van de maatregel. Een nader onderzoek of de toezegging daartoe zou ons over de streep helpen. Dat is van de zijde van het college niet gebeurd, dus zullen wij tegen het voorstel stemmen. Akkoord, met de aantekening dat de aanwezige leden van de P.S.P., P.P.R. en P/C-fractie willen worden geacht te hebben tegengestemd 121. AANPASSING VAN HET GEBOUW MOLSTRAAT 46 T.B.V. DE HUISVES TING VAN DE BASISSCHOOL "BIESDONK" Akkoord 122. 1. CENTRAAL BEHEER VAN ALLE BREDASE ZWEMBADEN 2. DE KEUZE VAN BEHEERSVORM CENTRAAL BEHEER ZWEMBADEN. De heer GIELEN Dit agendapunt is in de commissie Welzijn II uitvoerig aan de orde geweest, zodat we nu zouden kunnen stellen, dat het vol doende zou zijn om er vlot overheen te stappen. Dit lijkt ons een beetje voorbarig. We willen duidelijk de argumenten aange ven waarom wij het met Uw voorstel eens zijn. Gezien de vorige discussies hebben wij de indruk, dat niet de gehele raad met Uw voorstel mee kan gaan en dat betreuren wij ten zeerste. De prin cipiële argumenten voor privatisering komen deels voort uit de eigen C.D.A.-visie op de rol van de overheid. Wij dienen immers oog te hebben voor de mondigheid van de burger en te stimuleren dat mensen voor zichzelf en voor elkaar verantwoordelijkheid willen dragen en die niet bij voorbaat op de overheid afschui ven. Privatisering komt voort uit een reactie van de bijver schijnselen van onze verzorgingstaat, zoals de ondoorzichtig heid van een omvangrijk overheidsapparaat, de afbrokkeling van het verantwoordelijkheidsgevoel en de solidariteit bij de bur ger en de maatschappelijke groeperingen. Wanneer de overheid met een deel van haar omvangrijke takenpakket ontlast zou wor den, zou dat de besluitvorming rond de overblijvende taken ten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 273