24 APRIL 1986
275
De heer MARTENS
Ik weet niet wat de heer Gielen precies verstaat onder privati
sering. De gemeente heeft altijd een privaatrechtelijk beheer
gehad en er blijven miljoenen in de exploitatietekorten te fi
nancieren. We kunnen dus echt van privatisering spreken.
De heer GIELEN
De heer Martens moet weten, dat Sportfondsen Nederland N.V. in
1982 al kenbaar heeft gemaakt dat zij minstens f 400.000,-- zou
kunnen bezuinigen op de zwembaden. Er kan best rekening gehou
den worden met de privatisering.
De heer MARTENS
Nee, maar het voorstel gaat helemaal uit van privaatrechtelijk
beheer. In de exploitatietekorten van alle zwembaden, die naar
Sportfondsen Nederland N.V. zouden gaan, moet voorzien worden
en blijven. U kunt dan niet echt spreken van privatisering.
Privatiseren is alle overheidstaken afstoten met alle lusten en
lasten er omheen.
De heer VAN DEN WIJNGAARD
Dit is een nieuwe definitie van een nieuwe partij, die nu de
grootste is.
De heer MARTENS
Ik wil het de laatste avond gezellig houden. Ik wil daar niet
op ingaan.
De heer VAN DEN WIJNGAARD
Daar zullen we nu niet over praten.
De heer MARTENS
Het C.D.A. wordt kennelijk toch nerveus. Ik wil het, in ieder
geval wat ons betreft, kort houden. Er wordt al zo'n anderhalf
jaar in Breda gediscussieerd wie nu het centrale beheer van de
Bredase zwembaden moet gaan voeren. Dit is zowel voor Sportfond
sen Nederland N.V. als voor hun personeel en het personeel in
dienst van de gemeentelijke zwembaden een niet gewenste situa
tie. Er moet vanavond dan ook duidelijkheid komen over een pri
vaatrechtelijk of een publiekrechtelijk beheer. Alle partijen
zijn het erover eens, dat er één centraal beheer dient te ko
men. Het voorliggende voorstel gaat daar vanuit. Het is beslist
niet zo, dat wij negatieve ervaring hebben met de Sportfondsen
Nederland N.V., integendeel, voor de kennis, het management en
het personeelsbeleid heeft de P.v.d.A.-fractie waardering. Het
moet dan ook een uitdaging voor het gemeentelijk apparaat zijn
om die know how en kennis op te hoesten. Het is een financiële
beslissing. Als je met vertegenwoordigers van het personeel
praat, zowel van Sportfondsen Nederland N.V. als van de gemeen
te, kiest een ieder voor z'n huidige situatie. Het wordt, naar
mijn bescheiden mening, voor de vakorganisaties geen gemakkelij
ke zaak om voor beide partijen met een sociaal statuut te komen
en de belangen te behartigen. Deze raad heeft bij de begrotings
behandeling in december 1985 een motie aangenomen, waarin het