24 APRIL 1986
287
De heer SIMONS
1. De brief is een bevestiging van vragen die in december gesteld
ik zijn.
f Wethouder VAN ASSELDONK
r Ik wou U vertellen wat de reden is, dat wij nog niet tot een
U formele afwerking van dit soort zaken zijn kunnen komen. In het
hele personeelsplaat je zijn we nu pas aan een redelijke invul
ling toegekomen. Ons treft dan de blaam, omdat wij op enig mo
ment hebben gezegd, dat de vacatures in afwachting van de hele
reorganisatie niet zouden mogen worden opgevuld. Ik zeg U in ie
le der geval toe, dat de beantwoording van de brief van 18 april
it zo spoedig mogelijk zal plaatsvinden. Voor Valkenberg zoeken
wij analoog aan datgene wat er in het veld besproken is, naar
>n een andere oplossing dan een buurthuis. Dit is niet alleen van-
jk wege de financiële middelen die op dit moment ontoereikend
zijn, maar ook omdat ons geheel duidelijk is geworden dat de ex-
je ploitatiemogelijkheden nagenoeg nihil zijn.
De heer SIMONS
Bent U bereid om in ieder geval zeer spoedig een bericht te
sturen, richting Valkenberg, met daarin de lijnen die op dit mo-
je ment uitgezet worden en dat op 21 mei aanstaande het college
een besluit gaat nemen. Het gaat hier om vier weken wachten.
j
Wethouder VAN ASSELDONK
c- Als ik de rest van het college ja zie knikken, is het goed. Ik
i_ kan dat toezeggen. Ik heb gezegd dat er begin mei of zo spoedig
mogelijk een antwoord zal komen op de brief.
jk
jk Akkoord,
ig
ii 125. WIJZIGING INSPRAAKVERORDENING.
51
Mevrouw DEN OUDEN-JANSEN
Ik wil alleen maar een stemverklaring geven. Het komt ons voor
dat er met deze inspraakverordening te werken moet zijn en daar
om zijn wij akkoord met dit voorstel.
De heer HENDRICKS
Ik denk dat de hoofdoorzaak, nu we over een andere verordening
spreken dan de oorspronkelijke, niet ligt in de moeilijkheids
graad, maar veel meer in een stuk onmacht qua mentaliteit bin
nen het ambtelijk apparaat. Tegelijkertijd is er een aantal or
ganisatorische knelpunten. Ik denk dat dat veel meer de oorzaak
is. De nieuwe verordening zou ertoe leiden, dat het inspraak
jaarplan wordt losgelaten. De hoofden van dienst worden verant
woordelijk voor het inspraakproces als zodanig. De inspraakfunc
tionarissen worden in plaats van centraal, nu in feite bij de
functies gedetacheerd. Dat betekent uiteindelijk verantwoorde
lijkheid voor de portefeuillehouder, die aan de desbetreffende
tak van dienst leiding geeft. Er zit toch wel een geweldig ge
vaar voor een stuk departementalisme voor de toekomst in. Het