24 APRIL 1986 288 is al naar gelang hoe de zaak in onderlinge samenhang wordt ge bracht, wil het feitelijk functioneren zoals het eigenlijk zou moeten. Ik moet U dan ook zeggen dat ik U wil vragen om toch eens te kijken naar de oorzaken, die naar mijn mening geleid hebben tot het veranderen van de verordening. Er dient ook aan dacht besteed te worden aan de veranderingsprocessen die daar voor nodig zijn. Ik heb nog een inhoudelijk punt met betrekking tot de thans voorliggende nieuwe verordening. Er is in feite sprake van een soort algemene informatieplicht, nl. de kennis geving via advertenties enz. Een doelgroepbenadering zou mij persoonlijk veel meer aangesproken hebben, en wel gericht op de doelgroep waarvoor dat betreffende gedeelte van de inspraak be doeld is. Eigenlijk zou ik heel graag van U ook op dat punt een toezegging willen hebben. De heer TAKS Het is naar het oordeel van de VVD-fractie een verstandig be sluit van het college om, na de vervanging van de privacyveror- dening 1982 door de meer eenvoudige privacyverordening 1985, thans de inspraakverordening 1983, nu die op essentiële onderdelen niet uitvoerbaar is gebleken, te vervangen door een lichtere regeling. Dit is geheel en al in overeenstemming met de door de raad bij de begrotingsbehandeling 19 8 6 aanvaarde motie over deregulering. Wij constateren met voldoening, dat de raad niet tevergeefs bij het college heeft aangedrongen op een beleid ten aanzien van deregulering. Wij zouden graag zien, dat op die weg wordt voortgegaan en dat na de privacy en inspraakverordening nog vele andere verordeningen zullen volgen. Overigens wil ik nog eens in herinnering brengen dat de VVD-fractie indertijd bij de discussie over de tot standkoming van de inspraaknota, nu 10 jaar geleden, en in de jaren daarna, toen van de andere zijde werd aangedrongen op een inspraakverordening, steeds erop gewezen is dat inspraak een materie is, die zich niet leent voor een strakke regelgeving en voor een planmatige aanpak. Inspraak is een materie, die flexibel benaderd moet worden. Een globale reglementering en goede werkafspraken tussen alle betrokkenen zijn veruit te prefereren boven gedetailleerde wettelijke voorschriften. Met deze verordening wordt nu een stap gezet in de door ons gewenste richting. Wij vertrouwen dat de kwaliteit van de inspraak in Breda daarmee gediend zal zijn, want veel belangrijker dan regels is de intentie van ambtenaren en bestuurders. Wij zijn ervan overtuigd dat in Breda door alle betrokkenen inspraak gezien wordt als een vanzelfsprekend onderdeel van het besluitvormingsproces.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 288