24 APRIL 1986 289 Mevrouw PLES Wij hebben een iets andere visie als de V.V.D., maar dat mag na tuurlijk. Als eerste wil ik de voorzitter bedanken voor de be antwoording van de technische vragen die ik gesteld heb; dat vond ik heel prettig. Ik heb een paar opmerkingen. Waar we ons in ieder geval in kunnen vinden, is de benadering van D'66 ten aanzien van de doelgroepen. Anderzijds zeggen wij: wanneer je inspraak wilt zien als een instrument voor democratisering en medeverantwoordelijkheid van burgers voor hun welzijn, vinden we dat alle participanten op gelijkwaardige wijze deel moeten nemen aan het proces. Dat wil dus zeggen, dat alle participan ten over dezelfde kennis en informatie moeten kunnen beschikken om deze gelijkwaardigheid metterdaad te kunnen beleven. De eer ste inspraakverordening benaderden deze punten naar onze mening het meest. In de praktijk blijkt inderdaad, zoals D'66 ook al heeft gezegd, dat een en ander moeizaam gewerkt heeft door ge brek aan menskracht, tijd en financiële middelen. Uiteindelijk heeft het blokkerend gewerkt om de bredere doelstelling uit de eerste nota te realiseren. Ik heb nog even gekeken naar het nieuwe programma-akkoord en ik heb daarin een tekst gevonden over de relatie burger - bestuur. Nu ben ik niet helemaal maar toch wat anarchistisch. Als je dat dwarsstreepje weghaalt, krijg je een beeld van burgerbestuurVanuit de Griekse filoso fie bestaat er een beeld over de rechten van de burger. In de nieuwe verordening komen die toch wat slecht uit de verf. Wan neer de raad van Breda dit programmapunt, wat zij in hun pro gramma-akkoord hebben benadrukt, werkelijk serieus willen uit voeren, zal zij, meer dan in het verleden en meer dan nu in het beleid te zien is, de vinger aan de pols moeten houden. Zij zal geen genoegen moeten nemen met de verantwoording door het colle ge achteraf over de effecten en de resultaten van de inspraak procedure. Wij zouden het college daarom ook willen vragen in het belang van een betere relatie burger - bestuur naar vormen te zoeken, die de raad tijdens de inspraakprocedure inzicht ge ven in de lopende processen middels een periodieke verslagleg ging. Ik heb nog een korte opmerking over de publicitaire aspec ten van de inspraak. Gaat het college er niet te vanzelfspre kend vanuit, dat alle burgers over dezelfde informatiebronnen beschikken? Wij denken met name aan de burgers die uit andere culturen komen, die soms geen of onvoldoende toegang krijgen tot de geschreven pers. Dit geldt trouwens ook voor de mensen, die dermate in hun financiële mogelijkheden beperkt zijn door het rijksbeleid ten aanzien van uitkeringen, dat zij eveneens niet over de informatiebronnen beschikken. Hierdoor worden be langrijke kenmerken van gelijkwaardigheid een farce. Een laat ste opmerking betreft de publieksvriendelijke benadering. In on ze optiek moet publieksvriendelijk benaderen en optreden gebeu ren in een conflictueuze situatie, waarbij echter geen machts middelen gebruikt mogen worden zoals: te weinig voorinformatie en te laat betrekken van de burgers. Wij willen de burgers in alle aspecten laten meeparticiperen met alle relevante noodzake lijke inzichten en kennis van zaken. Dan zal de doelstelling van het programma-akkoord ten aanzien van meer betrokkenheid van burgers in bestuurlijke zaken gerealiseerd kunnen worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 289