24 APRIL 1986 292 De VOORZITTER Het staat me niet helemaal voor de geest of U een rapportage be doelt over alle gevallen of per geval, of dat U na een bepaalde tijd een overzicht wil hebben hoe deze verordening werkt. Dat wil ik graag doen. Ik vraag me af of dat onmiddellijk naar de raad zou moeten of dat we kunnen volstaan met de aanbieding aan de commissies. Alle commissies zullen zich nu toch met dit on derdeel moeten bezig houden. In de commissie Algemene Zaken blijft de coördinatie van dit beleid in mijn handen. Mevrouw PLES Dat is akkoord. De VOORZITTER Stemt de raad in met dit voorstel? Akkoord 126. VERBINDINGSMIDDELEN POLITIE. Akkoord 127. FORMATIE- EN ORGANISATIESTRUCTUUR VAN HET BEROEPSMATIG SO CIAAL-CULTUREEL WERK. Mevrouw BROSKY-WESTDORP Onze fractie gaat akkoord met dit voorstel. Wij zien het als een logisch uitvloeisel van het raadsbesluit van 20 december 1984 dat uitgevoerd dient te worden. Wij hopen van harte, dat de drie instellingen zelf tijdig met plannen zullen komen. We hebben volledig vertrouwen in de bereidheid en de kracht van het maatschappelijk en particulier initiatief en rekenen erop dat de bedoelde plannen tijdig gereed zijn. De diverse signalen uit de richting van de instellingen wijzen daar ook op. Na gis teravond de K.K.G. gehoord te hebben, herhalen wij ons verzoek om bij de verdere besprekingen de K.K.G. te blijven betrekken, er rekening mee te houden en te zorgen voor volledige duidelijk heid. Overigens wil ik volstaan met te verwijzen naar de opmer kingen, die gisteravond in de commissievergadering zijn gemaakt. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Na het besluit om over te gaan naar één instelling, een idee van jaren en jaren terug en aangezet door de motie Koertshuis van de V.V.D., is er nogal wat tijd verstreken. Bij Uw voorstel om te komen tot één instelling heeft de V.V.D. destijds geadvi seerd een extern bureau in te schakelen. Een fusie brengt im mers gecompliceerde vraagstukken met zich mee en iedereen tracht de eigen positie te verdedigen en veilig te stellen. Dat externe bureau is er gekomen en onze verwachtingen zijn bewaar heid. Toch moeten wij zeggen, dat de instellingen een grote be reidheid aan de dag leggen om tot meer samenwerking te komen, ook al is het voorlopig niet één instelling met één bestuur en één centraal administratiekantoor. U geeft ons echter een goed inzicht in de knelpunten die zich voordoen en in de zaken die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 292