24 APRIL 1986 295 het gemeentelijk plan verder ingevuld wordt, omdat er nog zo veel leemtes inzitten. Ik denk dat we dat gezamenlijk moeten doen en niet moeten zeggen: we wachten tot 1 juli en dan komen we gelijk met ons plaatje op tafel, dat onvolledig is. Die toe zegging zou ik graag willen hebben. De heer SIMONS Ik heb gisteren in de commissievergadering al gezegd, dat ik het voorbarig vind om nu met dit voorstel te komen. In tegen stelling tot vorige sprekers, is mij niet gebleken dat de in stellingen niet serieus werken aan een samenwerkingsmodel. Een essentieel verschil tussen de instellingen en de gemeente is wel, dat de instellingen op dit moment opteren voor een fede ratie met de open mogelijkheid voor een fusie, terwijl de ge meente die fusie duidelijk dwangmatig oplegt. Het argument van de motie Koertshuis van 1977 vind ik zeer zwak. Ik denk Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX 1978. De heer SIMONS Vooruit, 1978. Dat betekent dat we in ieder geval nu 8 jaar na datum praten op het moment dat er f 460.000,-- bezuinigd moet worden. Dan wordt duidelijk waar het in feite om gaat. Het gaat om de invulling van die bezuinigingen. Die motie was al lang vergeten, maar is nu gemakshalve boven tafel gekomen. Iemand herinnerde zich, dat de V.V.D. ooit eens een keer iets op pa pier heeft gezet. Dat wordt niet zo snel vergeten in Breda. Over het voorstel het volgende. De P.v.d.A. zegt: als het nu door mocht gaan, denk erom, die formatieplaatsen zien we nog niet zitten, daar moeten we nog eens nader over praten. D'66 zegt: dat organisatiemodel rammelt nog langs alle kanten, daar moet nog nader over gesproken worden. Dat betekent dus dat zo wel de formatieplaatsen als het organisatiemodel niet voldragen zijn. Er moet nog uitgebreid over gesproken worden. Als dat pas gebeurt op het moment dat blijkt dat de instellingen niet tot een model gekomen zijn, betekent dat dat we er in juni nog over moeten gaan praten. Dat kan nooit voor september helemaal gere geld zijn. De heer DE BRUIJN De heer Simons gaat voorbij aan het doel van dit besluit wat we nu nemen, namelijk in ieder geval vast de lijnen uitzetten, zo dat we na 1 juni niet zitten met de vraag: wat moeten we nu nog doen? Dat is het effect van dit besluit. We hebben in elk geval wat achter de hand, wat we natuurlijk gezamenlijk verder uitwer ken. Het zou natuurlijk doller worden als we hier een kant en klaar plan hadden. Iedereen kon dan naar huis. Het is juist de bedoeling dat we wat achter de hand hebben op het momentdat er in juli niets ligt. De heer Simons gaat daaraan voorbij.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 295