24 APRIL 1986 De heer SIMONS Op het moment dat er in juli niets zou liggen, is er nog zoveel werk voor de boeg, dat het onhaalbaar is om in september met de vakbonden te gaan praten en op 1 januari alles door te laten gaan. Op het moment dat de instellingen niets in zouden leve ren, zijn zij de lachende derde, omdat de bezuinigingen niet ge haald zullen worden. Mevrouw RATTINK Ik denk dat de heer Simons een aantal dingen door elkaar haalt. De formatieplaatsen ten aanzien van de buurtinzet zijn duidelijk gegarandeerd. Verder blijft er in feite een budget taire taakstelling voor de overhead over en die ligt wel dege lijk op tafel. Binnen die budgettaire taakstelling moet er ge werkt worden. De heer SIMONS Hoe? Dat is nog volstrekt onduidelijk. Over die formatieplaat sen het volgende. Het past in het kader van de nota plussen en minnen; dat valt niet te ontkennen. Helaas is dat een zogenaamd wijs raadsbesluit geweest. Ik heb geen zin om op dit moment de nota plussen en minnen opnieuw ter discussie te stellen. Ik hoop alleen dat het plan van de instellingen meer openingen biedt. Ik vind dit plan momenteel veel te voorbarig. Op het moment dat je praat over een zeer zwaarwegende zaak als werken naar een fusie en een federatie voor instellingen, kan dat slechts goed werken als het in samenwerking met die instellin gen gebeurt en niet van bovenaf opgelegd wordt. Dat kan alleen maar intern en onderling tot problemen leiden. Op basis daarvan hadden wij graag gezien dat dit voorstel nu wordt ingetrokken en eventueel achter de hand wordt gehouden. Wij vinden, dat er zeer snel naar een federatief model gewerkt moet worden. Op dit moment is de noodzaak wat ons betreft nog niet aanwezig. Wij zullen het voorstel niet steunen. Mevrouw PAULUSSEN Wij erkennen en gaan er vanuit dat de gemeenteraad een eigen verantwoordelijkheid heeft met betrekking tot politieke priori teitsstelling in beleidsuitgangspunten ten aanzien van het wel zijnswerk. De gemeenteraad moet dat kunnen sturen. Over het voorliggende plan is door de voorgaande sprekers al in alle toonaarden gezegd, dat het veel haken en ogen heeft. Dit geldt met name voor het stedelijk formatieplan. Het voorlopig vast stellen van een besluit, vinden wij bestuurlijk niet juist. Daarom heeft onze vertegenwoordigster in de commissie gister avond gepleit en gevraagd: waarom moeten we nu het besluit ne men? Kunnen we het niet aanhouden tot juni van dit jaar? Dan zijn alle mogelijke plannen, die de verschillende instellingen maken, beter dan dit. Je zou dit plan nu als een intentie kun nen nemen en wij willen alsnog vragen of het niet uitgesteld kan worden tot juni. Als dat niet kan, zullen we op grond daar van onze steun niet kunnen geven aan dit voorstel. 296

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 296