24 APRIL 1986
312
W.V.C. en één van volksgezondheid. Als gemeente hebben we daar
geen directe bemoeienis mee. De alcoholpoot is onderbelicht.
Dat is zeker het geval. We spreken inderdaad vrij frequent over
de drugsproblematiek. Dat hangt in hoge mate samen met de over
last die we daarvan ondervinden. We moeten niet ontkennen en
wel onderkennen, dat de alcoholverslaving eveneens een punt van
grote zorg is. Daarover heeft ons zeer onlangs nog een nota be
reikt. Met betrekking tot de politie en justitie het volgende.
Ik heb in de tweede commissievergadering, waar we uitvoerig bij
dit onderwerp hebben stilgestaan, aangegeven dat ik overleg heb
gehad met de officier van justitie, met de commissaris van poli
tie en met de burgemeester. Er is heel nadrukkelijk de bereid
heid en de intentie om aan dat overleg nadere inhoud en gestal
te te geven. Politie en justitie zijn in hoge mate betrokken
bij deze problematiek, zij het vaak vanuit een andere invals
hoek en verantwoordelijkheidskader. Zij leggen verantwoording
af aan de procureur-generaal en de minister van justitie en wat
betreft de laatste is de Tweede Kamer het gremium. Ik noem dat
woord nog een keer, dan raakt het ingeburgerd. Ik begreep dat
daar onduidelijkheid over was. De Tweede Kamer roept de minis
ter wel ter verantwoording. De burgemeester is erbij betrokken
als hoofd van de politie en in die zin denk ik dat in de ver
slaglegging die de burgemeester doet in het kader van de poli-
tienota daar het beleid ook in naar voren komt. We zullen met
elkaar nog moeten spreken over die integrale aanpak. Ik weet
niet of de burgemeester uit eigen verantwoordelijkheid nog be
hoefte heeft om daar op in te gaan. Het is van belang dat we nu
de weg opgaan en de weg open houden, om naar die ene instelling
te komen. Het zal buitengewoon moeilijk zijn. Het is het laat
ste onderwerp van deze avond. Iedereen zit te wachten op de kof
fie
De VOORZITTER
Koffie? Ik niet hoor.
Wethouder HOFSTé
Ik durf niets anders te zeggen, dat begrijpt U. Ik zou het hier
bij willen laten. Het is aan de nieuwe portefeuillehouder om
met hele grote daadkracht met medewerkers aan de realisering er
van te werken.
De VOORZITTER
Ik heb nog een enkele toevoeging naar aanleiding van de opmer
kingen van de heer Hofsté. Hij stelt terecht dat er natuurlijk
een eigen verantwoordelijkheid is van justitie op dit terrein.
Ik had uit verslagen van de commissies begrepen, dat hem vanuit
de commissie een ietwat formele opstelling werd verweten. Ik
moet hem bijvallen om te zeggen dat het natuurlijk zo is dat U
die eigen verantwoordelijkheid van justitie hebt te respecteren.