24 APRIL 1986
314
De VOORZITTER
Nee, het is niet zo, er is geen politiebeleid in deze. De po
litie is uitvoerder van de opdracht die justitie geeft. De of
ficier van justitie geeft aan de politie de opdracht welk uit
voeringsbeleid zij uit moeten oefenen. U onderbrak mij. Ik heb
gezegd: justitie is natuurlijk bereid om aan dit probleem mee
te werken. De heer Hofsté heeft het al gezegd, we hebben er uit
voerig met de drugsofficier over gesproken. U kunt die bereid
heid ook uit de rechtbankverslagen lezen. De politie is uiter
aard bereid, maar niet in vrijheid, om af te wijken van het op
gelegde beleid van justitie en in goede samenwerking te probe
ren in het hulpverleningsbeleid een rol te spelen. U heeft het
op een ander terrein, onlangs gelezen in de krant, ik dacht bij
bestrijding sexueel geweld. De particuliere organisaties met
hun eigen beleid waren vol lof over de wijze waarop de politie
daaraan deelneemt. U mag verwachten dat wanneer er een goed
hulpverleningsbeleid ten aanzien van drugs en alcohol bestaat,
de politie zich geenszins daarvan zal afwenden. Binnen het raam
van de mogelijkheden zal zij alles doen om het beleid zoveel mo
gelijk op elkaar af te stemmen. Dat het niet gelukt is, stelde
mij ietwat teleur. Er is wel eens gezegd: door het falen van de
drugshulpverlening ontstond er eigenlijk de opvatting: de
schuld daarvan zou bij de politie liggen. Dat mag zeker niet
gesteld worden. Uit dien hoofde bied ik alle samenwerking en
overlegstructuren aan. U kunt alleen niet verwachten dat, wan
neer U een beleid zou ontwikkelen dat diametraal staat op het
justitiële beleid, U via mij zou kunnen bereiken dat de offi
cier van justitie dat beleid daaraan aanpast. We maken het veel
moeilijker dan het in feite zal zijn. Ik heb er alle vertrouwen
in dat we daar een oplossing voor zullen vinden. We zullen ze
ker in de commissie bij de politienota daar uitvoerig over spre
ken
Mevrouw PAULUSSEN
Er is één vraag, die niet is beantwoord in eerste termijn. Is
er na de commissiebespreking nog contact geweest met de instel
lingen van etnische minderheden?
Wethouder HOFSTé
Ik heb in de commissie gezegd, dat ik overleg heb gehad met de
leden van de etnische groepen, voorafgaand aan de commissiebe
spreking. Ik heb niet gezegd, dat ik nog opnieuw overleg zou
hebben. Ik sluit dat overigens niet helemaal uit, maar op dit
moment heb ik dat nog niet gehad. Op voorhand hebben de instel
lingen op basis van de plannen gezegd dat zij volstrekt instem
den met dit voorstel. Ik heb hiermee tevens de vraag van me
vrouw Van Beusekom beantwoord, nl. dat de leden van etnische
groepen in alle geledingen van de organisatie moeten worden op
genomen
Akkoord