15 MEI 1986 335 De heer DE ZWART Het programakkoord is al door twee sprekers naar voren ge bracht. Het is een begrijpelijke zaak dat de heer Garritsen met een amendement komt, te meer omdat hij niet-mede-ondertekenaar is van het programakkoord. In die hoedanigheid is het amende ment als zodanig best acceptabel in de vorm waarin hij het thans brengt. Gezien het gegeven, dat wij mede-ondertekenaar van het programakkoord zijn, zullen wij het amendement als zoda nig niet steunen. Ik wil nog een opmerking maken in de sfeer an de procedurele kant van het indienen van moties en amende menten. Wij hebben eertijds met elkaar goede afspraken gemaakt over de procedure die we zullen hanteren bij het indienen bij moties en amendementen teneinde de voortgang in de raad zoveel mogelijk te bespoedigen. Dat betekent dat wij de avond van te voren, maar liever nog eerder, kennis nemen van amendementen en moties. De voorgangers van de heer Garritsen hebben namens de P.S.P. zich in deze afspraak kunnen vinden. Ik hoop dat de heer Garritsen hetzelfde zal kunnen doen. De heer TAKS Het zou inderdaad een goede zaak zijn, als de heer Garritsen de goede gebruiken in deze raad in ere houdt. Het zal hem niet moeilijk vallen. Hij heeft toch al ervaring als raadslid. Vier jaar geleden bestond dit gebruik ook al en ik hoop dat hij dit in de toekomst naleeft. De heer GARRITSEN Ik vind het merkwaardig, dat van de kant van het college geen reactie komt, want daar ligt het knelpunt. Het college verde digt haar eigen program niet en gaat er niet op in. Ik wil het niet te lang maken. De heer TAKS Dat is toch een aanval, voorzitter. Het is toch een procedurele aangelegenheid. Moet men meteen in defensief gaan als de heer Garritsen een amendement op een ondergeschikt punt indient? De heer GARRITSEN Ik besef wel dat het voor U een ondergeschikt punt is. Waar het om gaat, is dat wij gebruik wilden maken van artikel 3 om een ander dan nummer 2 van de lijst in de commissie te krijgen. We hebben formeel gepoogd om dat netjes te doen. We hebben zes ondertekende afstandverklaringen ingediend bij het college. We verwijzen naar dat artikel en zeggen dat we daarmee akkoord zijn. Die mensen hebben tegen mij gezegd, dat ze op dit moment afstand doen van het raadslidmaatschap. Die verklaringen heb ik hier. Het gaat concreet om het agendapunt: "benoemen in commis sies". We hebben dat als zodanig in de brief vermeld. Als je hiervan op een goede manier gebruik maakt, blijkt dat op het laatste moment de zaak niet aanvaard wordt. Ik heb geen gemoti veerd antwoord van het college gekregen op het voorstel wat ik gedaan heb, betreffende het naar voren schuiven van een andere kandidaat met een verwijzing naar het betreffende artikel. Ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 335