26 JUNI 1986
359
161. RAAMOVEREENKOMST MET DE IN BREDA GEVESTIGDE WONINGBOUWVERE
NIGINGEN VOOR EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN HET VOLKSHUISVES
TINGSBELEID MET NAME IN STADSVERNIEUWINGSGEBIEDEN EN HET
INSTELLEN VAN EEN BELEIDSOVERLEG MET DIE VERENIGINGEN;
Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT
In zijn algemeenheid waardeert onze fractie een samenwerking po
sitief en zeker nu de gemeente en corporaties gezamenlijk de
problemen op volkshuisvestings- en stadsvernieuwingsgebied te
lijf willen gaan. Wij kunnen ons daarin vinden. Ik heb in de
commissie en raad al eerder voor overleg van de gemeente Breda
met het P.K.O. gepleit, zelfs voor intensivering van dat over
leg. Ik heb nog wel enkele vragen naar aanleiding van deze raam
overeenkomst. Kan de commissie volkshuisvesting van tijd tot
tijd geïnformeerd worden omtrent de voortgang van de onderhande
lingen en zo ja: hoe denkt de functie-wethouder dat dan te
doen? Het gemeentelijk woningbedrijf is nu nog geen corporatie,
maar het werkt er naar toe dat te worden per 1 januari a.s. Be
staat er gevaar voor een te grote verwevenheid van de gemeente
lijke corporatie met het gemeentelijk apparaat, waardoor de ver
houdingen onzuiver zouden kunnen worden? Het overleg met de cor
poraties was nog niet helemaal rond. Is het na de commissiebe
handeling rondgekomen? Ik hoor dat nog graag. Ten tijde van de
commissie was dat nog niet zo, getuige de ter inzage liggende
stukken. Bent U op dit moment met de corporaties in gesprek
over het sluiten van de raamovereenkomst en kunt U aangeven op
welke punten er nog fricties zijn? Hoe lopen de gesprekken over
de verdeling van de beschikbaar komende contingenten? Naar mijn
mening heeft men in het besluit een zinnetje vergeten te
vermelden. Moet hier niet staan: "gelet op artikel 167 van de
gemeentewet besluit het college te machtigen". Het gaat over de
laatste drie woorden.
De heer GARRITSEN
In de commissie heb ik van mijn kant het nodige erover gezegd.
Het gaat erom dat het voor de P.S.P. belangrijk is, dat we als
gemeenteraad en als commissie geïnformeerd worden over het over
leg wat er plaatsvindt. We moeten kunnen meedenken over het be
leid wat vastgesteld gaat worden en daarbij betrokken zijn. Ik
proef een beetje uit het verhaal van mevrouw Van Bergen dat zij
zich eveneens afvraagt: hoe zit dat? Het is belangrijk dat we
optimaal geïnformeerd worden over dat beleidsoverleg. Ik vind
persoonlijk dat het democratische gehalte van die instelling
toch vrij beperkt is. Als je kijkt naar de huidige invulling,
zoals di-e in de raamovereenkomst zit, is dat een voorzitter en
een directeur van een vereniging in de meeste gevallen. Zij wor
den afgevaardigd. Er wordt nergens geregeld, dat ze door een le
denvergadering benoemd moeten worden en dat zij verantwoording
verplicht zijn aan de ledenvergadering. Je kunt zeggen dat dat
gebruikelijk is, maar in de praktijk loopt dat nogal eens zo,
zoals het niet zou moeten. Het gevaar zou kunnen bestaan, dat
het een beetje op een eiland gaat functioneren; een aantal des
kundigen die het beleid in Breda bepalen. Ik heb daarom heel
dringend een aantal vragen in de richting van de wethouder. Ik