30 JANUARI 1986
35
Sinterklaas nog beslissen, wat je in 1985 nog uitvoert. De pro
vincie Noord-Brabant schrijft dat zij bij brief van maart 1985,
geconfronteerd is met die verdergaande rijksbezuinigingen.
Voorts schrijft de provincie Noord-Brabant bij brief van april
1985 dat bepaalde objecten wel ten laste van 1985 hadden kun
nen worden gebracht. U zegt in Uw voorstel dat U pas eind 1985
geïnformeerd bent over die zaken die alsnog in dat kalenderjaar
zouden moeten worden aangepakt. Ik begrijp dat gewoon niet. Ik
ga akkoord met Uw voorstel en ik ga ook akkoord natuurlijk als
de situatie zich voordoet met de vooruitmachtiging aan de direc
teur van de milieudienst. Maar wat is nou in feite het traject
tussen april 1985, een brief van de provincie met een aantal
schrijnende bodemsituaties en bijlage b., waarop U aangeeft
welk project het hier betreft, temeer omdat althans in mijn eer
ste lezing de projecten van bijlage b. die nu voor kreditering
worden voorgedragen, in belangrijke mate overeenkomen met de
vrijgave van toestemming van de provincie bij brief van april
1985.
Wethouder RöMKENS
Ik ken Magere Pieter niet of het zou onze geachte minister moe
ten zijn. De heer De Hoogh vraagt met name in hoeverre wij in
staat zijn sanerend in het kader van milieu-overlast op te tre
den als locale overheid en hij heeft terecht geconstateerd dat
wij zeker wat de bodemsanering betreft in belangrijke mate af
hankelijk zijn van het provinciaal plan. Het provinciaal plan
is op zijn beurt weer afhankelijk van datgene wat van rijkswege
beschikbaar wordt gesteld. Dat is dus een dubbele afhankelijk
heid en die wordt hier duidelijk gedemonstreerd. Daarom is het
des te belangrijker dat U instemt met dit voorstel. Zo blijft
er een extra stelpost beschikbaar waarmee in voorkomende geval
len de gemeente buiten het bodemsaneringsprogramma van de pro
vincie, adequaat kan reageren. Hierdoor kunnen knelsituaties
voorkomen worden. Ik ben daar ook bij de begrotingsbehandeling
op ingegaan. Als de heer De Hoogh dan tot slot de relatie legt
tussen de ontwerp-programmas die in maart/april inderdaad door
de provincie zijn opgesteld en de definitieve vaststelling, dan
denk ik dat het goed is te beseffen dat in april/maart het ont
werpprogramma is opgesteld, op basis waarvan de provincie zich
voorstelde een bodemsaneringsprogramma 1986 uit te voeren. Dat
ontwerp-programma is ter goedkeuring voorgelegd aan het rijk en
daarop is maar 8,6 miljoen gulden op dat royale programma van
ruim 30 miljoen gulden beschikbaar gekomen. Toen heeft een bij
stelling plaatsgevonden.
De heer DE HOOGH
In de brieven van maart 1985 wordt al gerefereerd aan die 8,6
miljoen gulden.
Wethouder RöMKENS
Dat klopt omdat toen bekend verondersteld werd dat die 8,6 mil
joen gulden waarschijnlijk het maximum was wat van rijkswege be
schikbaar zou worden gesteld. Het definitieve programma is ech
ter pas in oktober door G.S. vastgesteld en aan ons beschikbaar