30 JANUARI 1986
36
gesteld. Als wij op basis van het voorlopige programma finan
ciële consequenties op ons hadden genomen en er zou onverhoopt
geen opname in het definitieve programma hebben plaatsgevonden,
waren de financiële consequenties volledig voor de gemeente Bre
da. Overigens kan ik U geruststellen wat dit punt betreft. Deze
procedure is door alle gemeenten als bijzonder vervelend geken
schetst en wij hebben nu de toezegging van rijkswege dat uiter
lijk 1 april 1986 het programma 1987voor wat betreft de defi
nitieve toekenning van middelen, zal worden vastgesteld. U zult
voor het programma 1986 moeten leven met deze situatie maar men
heeft beterschap beloofd.
De heer DE H00GH
Uit de woorden van de wethouder blijkt opnieuw dat o.a. de ge
meente Breda in toenemende mate slachtoffer dreigt te worden
van een stuk achterblijvend rijksbeleid. Mijn vraag is in hoe
verre de wethouder dit als aanleiding heeft gevonden om, zoals
ook in andere verbanden wel eens gebeurt, via overleg met grote
of middelgrote gemeenten of via de V.N.G. aandacht te vragen
voor deze zaak. Deze verwachting mag immers best bestaan, als
we luisteren naar het bodemverontreinigingsverhaalwat alleen
maar in toenemende mate tot financiële en overige problemen
leidt
Wethouder RöMKENS
Voordat de heer De Hoogh de vraag gesteld had, hebben wij gerea
geerd, want in het provinciaal portefeuillehoudersoverleg is sa
men met de gedeputeerden stelling genomen tegen deze situatie
en ik heb de hoop dat dit mede aanleiding is geweest voor de me
dedeling dat de toezegging is gekomen dat voor april 1986 het
definitieve programma 1987 door de rijksoverheid wordt vastge
steld.
Akkoord
23. BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET AD F 46.000,-- TEN BE
HOEVE VAN DE VERNIEUWING VAN DE BAANVERLICHTING OP HET TEN-
NISCOMPLEX WISSELAAR.
24. VASTSTELLING BEGROTINGSWIJZIGINGEN.
25. HET GARANDEREN VAN DE RICHTIGE BETALING VAN RENTE EN AFLOS
SING VAN EEN DOOR DE A.W.B. E.O. TE SLUITEN GELDLENING AD
F 1.695.000,-- T.B.V. DE BOUW VAN 29 WOONEENHEDEN IN HET
BASTION, ALSMEDE TOT HET VERLENEN VAN EEN JAARLIJKSE BIJDRA
GE IN DE EXPLOITATIE.
26. INTREKKING VAN ARTIKEL 1, LID 1, LETTER D. VAN DE ARBEIDS
OVEREENKOMSTENVERORDENING EN ARTIKEL 2, LID 4 VAN DE ALGE
MENE BEZOLDIGINGSVERORDENING.
Akkoord