30 JUNI 1986
443
200. VASTSTELLING HUISVESTINGSOVERZICHT BASISSCHOLEN VOOR PERIO
DE 1987-1990.
201. ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN VOOR SCHOLEN VOOR SPECIAAL
EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS IN BREDA.
202. ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN BASISONDERWIJS.
204. VASTSTELLING EXPLOITATIEVERGOEDING BIJZONDER SPECIAAL ON
DERWIJS VOOR 1985.
205. VASTSTELLING BEDRAGEN PER LEERLING 1986 T.B.V. SPECIAAL ON
DERWIJS.
Akkoord
207. AANWIJZING BREDA ALS ONDERWIJSVOORRANGSGEBIED EN TOEKEN
NING SUBSIDIE.
De heer DERIJCKERE
Het onderwijs is voor de gemeenschap een belangrijk middel voor
de overdracht en de verdere ontwikkeling van cultuur voor de
vorming van een eigen verantwoordelijkheid, voor het ontwikke
len van een eigen visie op het leven en op de waarde van de men
selijke persoon en voor de ontplooiing van de eigen verantwoor
delijkheid. Het is van grote betekenis voor de sociale en econo
mische positie van het land. De leerlingen van vandaag zijn im
mers de maatschappijdragers van morgen. Veel mensen, ook in on
ze stad, verkeren in een achterstandssituatie. Zij hebben onvol
doende mogelijkheden om actief in onze samenleving te functio
neren. Het onderwijsvoorrangsbeleid richt zich op het opheffen
en het voorkomen van deze achterstand. Daarom onderschrijft het
C.D.A. de doelstellingen van dit beleid. We hebben veel waarde
ring voor het gemandateerd overleg. In het kader van de onder-
wijsstimulering is in de afgelopen jaren bewezen, dat de kracht
van het onderwijsstimuleringsbeleid juist zit in de samenwer
king tussen onderwijs en welzijn. Dat Breda dit onderstreept
door een eigen financiële bijdrage, is terecht. De Eerste Kamer
heeft de Wet op het onderwijsvoorrangsgebied vooralsnog zijn
goedkeuring onthouden. Wij vertrouwen er echter op dat dit pro
bleem snel wordt opgelost, zodat het onderwijsvoorrangsbeleid
ook na 1987 verder kan doorgaan. Nieuw in het onderwijsvoor
rangsbeleid is het sociaal-cultureel werk. Hoe verhoudt zich
het werk in het onderwi jsvoorrangsgebied ten opzichte van het
reguliere werk van deze S.K.W.? In het op dit moment ter visie
gelegde programma is dat niet duidelijk te herkennen. Is er een
afstemming tussen de werkgebieden van het S.K.W. en de werkge
bieden van de deelnemende scholen? Op dit moment is bekend, dat
er bijvoorbeeld geen sociaal-cultureel werk is in Kesteren. Ook
in andere gebieden zijn er problemen met de afstemming. Wil het
college de commissie op de hoogte houden met betrekking tot vo
rengenoemde afstemming en van de inhoudelijke werkprogramma's
van het sociaal-cultureel werk in het onderwijsvoorrangsge
bied? De extra aandacht voor de etnische groeperingen is van