30 JUNI
450
210. OPRICHTING DIENST BEDRIJFSGEZONDHEIDSZORG.
Akkoord
PAUZE
211. INITIATIEFVOORSTEL VAN P.V.D.A. TOT HET AFWIJZEN VAN HET
VOORNEMEN TOT BOUW VAN NIEUWE KERNCENTRALES EN HET HEROVER
WEGEN VAN STROOMPRODUKTIE DOOR BESTAANDE KERNCENTRALES.
De heer BERKHOUT
Uit de considerans van het initiatiefvoorstel van de P.v.d.A.-
fractie blijkt, dat men grote zorgen heeft over de gevolgen van
rampen met door kernenergie aangedreven installaties. Deze zorg
strekt zich uit tot zowel het gebruik van die energie als de op
slag van het na uiterlijk gebruik voortvloeiende afval. Na de
ramp in Tsjernobyl zuilen er in West-Europa en ook in delen van
Oost-Europa weinig mensen zijn die deze zorgen niet delen. De
thans demissionaire regering van ons land heeft er eveneens
blijk van gegeven haar verantwoordelijkheid in deze te kennen.
Er werden adequate maatregelen getroffen om de gevolgen voor de
bevolking zo gering mogelijk te doen zijn. Deze maatregelen heb
ben veel van de ons omringende landen tot voorbeeld gediend.
Daarnaast werd besloten een definitieve beslissing van het wei
of niet doorvoeren van stroomopwekking door middel van kernener
gie uit te stellen tot na een gedegen studie is gebleken, dat
de veiligheid van het type kerncentraledat in Nederland even
tueel wordt beoogd, gewaarborgd is. Ongetwijfeld zullen de re
sultaten van deze studies worden verwerkt in een milieu-effec
tenrapportage en van invloed zijn op de planologische kernbe
slissing. Dit spoort dan met het beleid, dat de VVD-fractie
op respectievelijk 11 juli en 19 september 1985 voorstond, nl.
de instelling tot plaatsing afhankelijk te stellen van de uit
komsten van de R.B.R. en de P.K.B. Inmiddels is overigens wei
gebleken, dat eventuele problemen met kerncentrales het natio
nale gebied belangrijk overschrijden. Internationaal lijkt
thans de bereidheid te bestaan het gebruik van kernenergie en
de eventuele gevolgen daarvan te regelen door middel van multi
laterale verdragen. Met betrekking tot onze buurlanden zal niet
kunnen worden ontkomen aan het openen van besprekingen en het
eveneens bewijzen van verdragen en vastleggen van afspraken. In
dat licht gezien, komt het mijn fractie voorbarig voor, dat een
gemeenteraad, waar dan ook in ons land, besluiten neemt, die
een eventueel te voeren landenbeleid wil kruisen. Om die reden
wijst mijn fractie het voorliggende initiatiefvoorstel af.
De heer VAN DEN WIJNGAARD
Vanwege het late tijdstip tijdens de commissievergadering bij
de behandeling van dit initiatiefvoorstel, was er weinig reac
tie van de initiatiefnemers op onze inbreng. Wij nemen nu de in
breng mee voor nader politiek onderling beraad. Wij bemerken
dat dit voorstel hedenavond, ook niet in toelichtende zin, we
zenlijke veranderingen heeft ondergaan. De initiatiefnemende
1986