30 JUNI 1986 469 is van mening dat: de handelwijze van de burgemeester volstrekt afgekeurd moet worden het college deze uitgave niet dient te sanctioneren en het voorliggende raadsvoorstel dient in te trekken; en gaat over tot de orde van de vergadering. Mevrouw PAULUSSEN Dit voorstel is, in een tijd van bezuinigingen, onbegrijpelijk voor de burgers. Het is zelfs voor ons niet te vatten hoe dit heeft kunnen gebeuren. We voelen ons voor het blok gezet, heb ik in de commissie gezegd. Ondergronds speelt dan een beetje het gevoel: misschien is het bewust gedaan om achteraf de raad voor deze zaak te zetten. Het is inderdaad de zoveelste affai re, die we moeten meemaken van de voorzitter van deze raad, zijnde de burgemeester van deze stad. Wij vinden het onbehoor lijk bestuur, ondanks het feit dat het financieel-technisch op deze wijze opgelost kan worden, zoals het college voorstelt. Dat is ook maar een zeer voorlopige zaak, want straks zal er na tuurlijk voor verbouwingen in het stadhuis nog meubilair en in ventaris nodig zijn en men zal dan weer met nieuwe voorstellen komen. De financieel-technische oplossing speelt een andere zaak; de psychologische zaak in deze tijd speelt daar voor een heel belangrijk deel in mee. Ik moet zeggen, dat ik de bijdrage van mevrouw Rattink bijzonder goed vond. De burgerij zal het al leen heel onduidelijk vinden, dat de P.v.d.A. toch akkoord gaat. De VOORZITTER Voordat ik de portefeuillehouder die het onderwerp behandeld heeft het woord geef, heb ik behoefte om er enkele opmerkingen aan vooraf te laten gaan. Er heeft zich kennelijk een nieuwe ramp voltrokken, omdat ik zelfs in de landelijke bladen moet le zen wat hier toch voor iets verschrikkelijks gebeurd is. Wat is er dan gebeurd? Ik wil daar duidelijk over zijn. In tegenstel ling tot wat gesuggereerd wordt, nl. dat de burgemeester be hoefte had aan een nieuwe wacht- en vergaderruimte, betreft het een besluit van de raad. De raad heeft een bedrag van f 300.000,-- beschikbaar gesteld om een aantal verbouwingen in dit raadhuis aan te brengen om zo te komen tot een stap-voor- stap-restauratie van dit gebouw. Daarvoor hebt U inrichtingskre dieten gegeven, zij het besterad voor bepaalde doeleinden. Niet omdat het mijn portefeuille is, maar omdat ik belangstelling heb voor historie, kunst en cultuur, heeft het college mij ge vraagd of ik mij de komende jaren met de leiding van de restau ratie van dit stadhuis zou willen bemoeien. Ik heb dat graag ge daan en we hebben dan ook afgesproken een eerste aanzet te ma ken hoe het zou kunnen. Daarna zou geoordeeld worden of het de goede richting is die we uitgaan. Uiteraard speelt het een rol, dat je een proef neemt en dat je uit dat experiment leert. Kan het wel zo of niet? Zo zijn we op weg gegaan. De verbouwing is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 469