30 JUNI 1986
470
nagenoeg binnen het gestelde krediet geschied, dus wat dat be
treft zat het goed. Dan komt de kwestie van de inrichting. Van
verschillende zijden is gezegd: hoe is het nu van een bestuur
der die 25 jaar meeloopt denkbaar, dat hij gaat inrichten zon
der dat er krediet is. Dat zal die bestuurder uiteraard niet
doen, want zo. dom is hij nu ook weer niet. Ik wil hier in alle
duidelijkheid zeggen dat, wanneer je een wachtruimte gaat inrui
men, je daar dan ook iets in moet zetten zodat de mensen kunnen
wachten. Het is fout gegaan op ambtelijk niveau. Er is mij ge
suggereerd, dat er inrichtingskrediet was. Later is er onenig
heid ontstaan over de wijze waarop het inrichtingskrediet gevon
den kon worden, over de dekking, etc. Ik zeg nogmaals in alle
duidelijkheid dat jegens de secretaris, die er bij betrokken is
geweest, en mij gesuggereerd is, dat er een inrichtingskrediet
zou zijn, komende uit overschotten van andere niet uitgegeven
kredieten voor dit soort zaken binnen de bestuursdienst. Daar
is men later op teruggekomen. Toen was er geen krediet meer en
tot mijn verbazing was er veertien dagen geleden plotseling
weer wei dekking voor een krediet. Hoe het ook zij; ik treed
daar niet in, want de financiële zaken zijn niet de mijne. We
hebben dat in het college besproken. In ieder geval is duide
lijk dat in onze richting de suggestie gewekt werd dat er een
krediet zou zijn, niet van f 58.000,--, ik geef dat toe, maar
als ik me goed herinner van ongeveer f 30.000,--. Dan kunt U
zeggen: U bent over dit krediet heengegaan. Er is gesteld: we
gaan proberen om eens te kijken hoe je een stadhuis kunt restau
reren. Het blijkt dat, wanneer je dit goed wilt doen, de verbou-
wings- en inrichtingskosten zich gaan bewegen in een schaal van
1 op 1 dus een even groot bedrag aan inrichtings- als aan ver-
bouwingskostenUit dien hoofde denk ik dat het inrichtingskre
diet van f 100.000,--, wat thans beschikbaar is gesteld door Uw
raad voor een aantal lokalen, ontoereikend zal zijn. Er dient
o.a. een grote vergaderzaal met technische installatie etc., in
gericht te worden. Dat is de les, die we uit de eerste inrich
ting getrokken hebben. Alvorens daarmee te beginnen, zal daar
dus nader naar gekeken moeten worden. De verdere inrichting is
nog niet ter hand genomen. Over de inrichting verschillen we
van mening; dat zal best zo zijn. Het is overdreven om het on
doelmatig te noemen, want dat wijs ik volstrekt af. Als we pra
ten over de inrichting, dan gaat het om 4 niet-perzische tapij
ten want die zijn te duur. 1 Perzisch tapijt kost minstens zo
veel als deze 4 samen. Het zijn dus indische tapijten waarop
nog f 8.000,--kon worden afgedongen. Verder is er sprake van
tweedehands meubels en geleende schilderijen. Als men dat on
doelmatig vindt, dan mag men dat zo noemen. Men verschilt dan
van mening. Er is nagedacht op welke wijze je de ruimte moet in
richten. Het zal duidelijk zijn dat in kamers best volstaan kan
worden met tapijten. In een ruimte waar echter dagelijks door
heel veel mensen gelopen wordt, kun je beter parket nemen dat
50 jaar meegaat, en daar tapijten opleggen die ook 50 jaar mee
gaan. Veel mensen weten dat vloerbedekking niet zo best is voor
wacht- en loopruimten. Het is dus zeer doelmatig. Dan kun je al
tijd nog twisten over de wijze van aanpak. Men kan daar behoor
lijke gordijnen hangen en men kan zich ook beperken tot Bra-