30 JUNI 1986 480 gelezen. Er is in de commissie geen enkele mededeling over ge daan. Ik had voor willen stellen om in de eerstvolgende commis sie sociale en algemene zaken over deze overheveling nog een keer uitdrukkelijk te praten, de argumenten van het college daarover te horen en dit besluit opnieuw ter discussie te stel len in beide commissies. De heer DE LEEUW Wij zijn het met de twee vorige spreeksters eens. De VOORZITTER Het betreft hier een juridische aangelegenheidniet meer en niet minder. Het gaat hier over een al of niet ontvankelijk-ver- klaring. Daarbij is aan de orde, wie het ook zijn en hoe sympa thiek ook, dat wij ons te houden hebben aan de termijnen waar binnen beroepschriften moeten worden ingediend of bezwaren moe ten worden gemaakt. We komen op een hellend vlak wanneer we als gemeente de hand lichten met beroepstermijnen Mevrouw HEERKENS Onder wie valt deze verantwoordelijkheid? Ik dacht dat wethou der Van Raak hier een antwoord op zou moeten geven. De VOORZITTER Als U kijkt in de agenda, behoort het onderwerp tot de porte feuille van wethouder Van Raak. Het gaat hier over een beroep schrift. Door het bureau juridische zaken is dat ingegeven op advies van de welzijnsdienst. Mevrouw PAULUSSEN De hoorzitting zou eerst in Uw portefeuille gebeuren. Daarna is die doorgestreept en bij wethouder Van Raak terechtgekomen. Nu beantwoordt U het weer. Ik begrijp er niets van. De VOORZITTER Het is belangrijk dat duidelijk is dat het voorstel zegt dat het hier gaat om beroepstermijnendie overschreden zijn. Wij hebben ons als gemeente te houden aan beroepstermijnen. Wanneer wij zelf als gemeente in beroep gaan en je komt één dag te laat, dan ben je absoluut verloren. Dat geldt ook voor burgers en instellingen, die beroepstermijnen overschrijden. U zegt: het waren maar twee dagen. Waar legt U dan de grens? De motie ven zijn verklaarbaar, dat wil ik graag toegeven, maar waar legt U de grens? Mevrouw PAULUSSEN De juridische afdeling zegt dat als ze het in de brief aangege ven hadden, ze het nog geaccepteerd zouden hebben. De welzijns dienst zegt dat de reden zowel bij de bestuursdienst als bij de anderen bekend was. Mevrouw Heerkens heeft dit naar voren ge bracht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 480