28 AUGUSTUS 1986
492
zijn overeind gebleven. Dat misverstand is in de commissie aan
de orde geweest. Er werd toen gevraagd: jullie gaan sober wer
ken, betekent dat dat de welzijnsvoorzieningen en het groen
naar beneden gaan? Neen: dat is in de exploitatie-opzet gewoon
gehandhaafd; het zit in de technische uitvoering. Over de extra
risico's het volgende. We gaan er op dit moment vanuit, dat de
zaken die gepresenteerd zijn in de kadernota vermeld zijn. De
heer Heimig heeft U in de commissie verteld, dat er een paar
verbeteringen in lijken te zitten, maar tegelijk is U duidelijk
geworden, dat die verbeteringen weer ongedaan gemaakt kunnen
worden als de exploitatie-opzet 1986 tegenvalt. Of het precies
goed zit zoals wij het U gepresenteerd hebben, weten we pas na
dat we de locatiesubsidie 1986 kennen. Op dit moment is er geen
reden om grote afwijkingen te veronderstellen.
De heer GOOS
Ik ben zojuist een opmerking vergeten en dat is de zorg die
niet alleen bij onze fractie heerst, nl. de taak en functie als
groeistad, die Breda heeft, tot en met 1992, nl. 10.000 wonin
gen. Kunt U ons vertellen hoe het op het ogenblik staat met de
contingenten? Kunnen we er van overtuigd zijn, dat de nodige
contingenten haalbaar zijn? Wanneer dit niet het geval zou
zijn, gaat zich een ander beeld voordoen.
Wethouder WELSCHEN
Tot hoe laat hebben we vanavond, voorzitter?
VOORZITTER
Ja, het is eigenlijk een beetje buiten de orde.
De heer GOOS
Ik kom er niet meer op terug, waarschijnlijk.
Wethouder WELSCHEN
Het is een heel ingewikkelde vraag, maar laat ik er op dit mo
ment dit van zeggen. Wij hebben geen zekerheid over contingen
ten. U weet dat in het regeringsprogramma bv. 10.000 woningwet
woningen weg zijn gehaald en dat er voornemens zijn om de pre-
mie-B eruit te halen. Dat heeft ongetwijfeld consequenties. De
vraag is of dat ponds-pondsgewijze over alle gemeenten verdeeld
wordt, of dat groeisteden buiten die pijn blijven. Daar is geen
beeld over. We hebben alleen de voortzetting van het oude be
leid doorgerekend. Daarnaast is niet bekend of alle aspecten,
die samen bepalen of beleggers bouwen en of kopers kopen, in
1990 nog volledig of niet echt gunstig zijn. Tegen die achter
grond kun je op een gegeven moment wel contingenten hebben,
bv. premie-B beschikking voor beleggers, maar als beleggers
niet meer willen beleggen in woningbouw, dan ben je
uitgepraat. Op het ogenblik doet zich dat toch nog al eens
voor. Er zitten wat meer aspecten aan dan snel te beantwoorden
zijn. Het college heeft daarover natuurlijk met de regelmaat
van de klok rapportages gevraagd; in het najaar komt er weer
een. Het is veel beter om de modellen, die dan mogelijk zijn
nog eens in de commissie te bespreken.