28 AUGUSTUS 1986 494 aanplantprijsvermeerderd met de waarde van het kweken, de ver zorging en het onderhoud in de periode dat het groen aanwezig was. Afhankelijk van Uw antwoord zullen wij de raad hieromtrent bij motie om een uitspraak vragen. Bij het afstoten van groen, grenzend aan particuliere percelen, dient ernaar te worden ge streefd, dat de oorspronkelijke bestemming b.v. passieve recrea tie gehandhaafd blijft. Groen moet groen blijven. In de commis sievergadering heb ik erop aangedrongen, dat over de stadsrand- gebieden overleg zou worden gepleegd met de buurgemeenten. Het verbaast mij dat een en ander toch heeft geleid tot protesten van Teteringen en Nieuw-GinnekenBij het realiseren van tuinen zal blijvend aandacht moeten worden geschonken aan de belangen van de rond die tuinen wonende stadsgenoten. De financiële con sequenties, zoals in Uw voorstel worden geschetst, lijken slui tend. Toch zijn er problemen te verwachten. Afgewacht moet wor den of de af te stoten gronden inderdaad genoeg zullen opleve ren om de plannen te financieren. De heer VAN DONGEN Bij de uitgebreide bespreking van dit raadsvoorstel in de com missie milieu en energie hebben wij reeds in de richting van het college en de milieudienst onze waardering voor het groen structuurplan uitgesproken. Ik wil dat hier nogmaals bevesti gen. In het plan wordt een richtinggevend beeld geschetst van net groenbeleid en het groenbeheer van Breda. Met de daarvoor vast te stellen uitgangspunten en financiën gaan wij akkoord. Met deze visie op de ontwikkeling van natuur en landschap en de gebruiksmogelijkheden daarvan kan op diverse punten tot de uit werking worden overgegaan. Bij die uitwerking is vooral de be trokkenheid van de buurt en de buurtbewoners belangrijk. Kunt U nu aangeven op welk moment de buurtbewoners daarop kunnen in spreken? Daarbij en ik wil meteen reageren op wat de heer Berk hout zegt, is de mening van de randgemeenten van belang. Op het moment dat de uitwerkingsplannen aan de orde zijn, komen ook de meningen van de randgemeenten aan bod. Op dat moment zullen zij volledig betrokken worden bij het beleid zoals dat Breda voor staat. Breda zal zeker op het beleid van andere gemeenten geen verantwoordelijkheid nemen. Met betrekking tot de uitwerkings plannen hebben wij 2 problemen, waar wij graag aandacht voor vragen. Voor de landschapsbeleidsplannen van zowel de stadsran den als de buitengebieden is een snelle uitwerking noodzakelijk om tot een goede invulling daarvan te komen. In de diverse stadsranden en buitengebieden van Breda zijn op dit moment ont wikkelingen gaande, onder meer landinrichtingsprojecten die vra gen om een actuele inspeling om zo de belangen vanuit natuur en landschap veilig te stellen. Het recreatiedeelplan Zuid is reeds vastgesteld. Het landschapsbeleidsplan voor zowel de ge bieden Effen, Lies en Rith, alsook voor het gebied ten noorden van de Hoge Vuchtis belangrijk, nl. om daar op het moment dat die landinrichtingsprojecten tot vaststelling komen en de moge lijk daaraan gekoppelde bestemmingsplannen in te kunnen spe len. Op welk moment kunnen wij daar enige plannen van tegemoet zien? Belangrijk voor de financiële onderbouwing van dit groen structuurplan is de uitwerking van structuurschetsen van groen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 494