28 AUGUSTUS 1986
496
om het plan uit te voeren. Investeren kan leiden tot bezuini
ging. Is het mogelijk om dit voorbeeld in andere sectoren toe
te passen?
Mevrouw PELLIS
Wij willen als fractie eveneens onze waardering uitspreken voor
het groenstructuurplan zoals dat nu voor ons ligt. Het is ons
inziens een globaal plan met goede uitgangspunten, maar met nog
veel open einden, zoals je dat wel zou kunnen noemen. De vraag
is voor ons ook geweest: hoe zou je naar groen moeten kijken?
Moeten we het blijven handhaven zoals het nu is, of zullen er
toch andere invullingen aan gegeven moeten worden? Er zullen
hier enkele knelpunten om de hoek komen kijken en vooral, en
daar spreekt de nota nog erg weinig over, als het gaat over:
waar moet het groen verkocht worden en waarmee moet het inge
vuld worden? Het is erg urgent dat wij daar snel wat duidelijk
heid over krijgen. Als we moeten praten over de verdichting van
de stad, dan zal er een aanslag op het groen gedaan moeten wor
den. Wanneer zullen deze" aspecten aan de orde komen? Wat niet
aan de orde is gekomen, ook in de commissie niet, is de zaak
van de financiën. Als de grond verkocht moet worden, aan welke
dienst komt dit geld dan ten goede? Gaat het over grond of
groen? Waarom is dit belangrijke aspect niet in de commissie fi
nanciën aan de orde gekomen? Eén miljoen moet de milieudienst
oplepelen door verkoop van groen; dat is erg veel. Als je zegt
één miljoen, dan zou de opbrengst ook naar milieu toe moeten
gaan. Hierover is onvoldoende discussie gevoerd. Wij denken dat
verdichting van de stad nodig is en daar zijn enkele aanlei
dingen voor. In de beleidsnota "ouderen onder dak" staat dat in
de wijken meer bejaardenwoningen moeten komen. Dat zal ten
koste moeten gaan van het groen. De voorzieningen zullen op
peil moeten worden gehouden. Door verminderen van de grootte
van de gezinnen zullen er meer woningen moeten komen. We hebben
pas in een krante-artikel gelezen dat de jongeren of de zo
genaamde dertigers de stad uittrekken, omdat er in Breda te wei
nig woonvormen zijn die aan hun wensen voldoen. Daarop moet in
gespeeld worden. Als er zo gekeken gaat worden, dan hebben we
het over stadsbeheer. Dat is heel belangrijk, ook voor wat be
treft het groenstructuurplan. Het moet in de uitwerkingen ko
men, en wij zouden erg graag willen weten wanneer deze uitwer
kingen komen. Dat heeft voor ons in ieder geval een hoge urgen
tie. U weet misschien, dat er in Brabantpark erge grote moei
lijkheden aan het ontstaan zijn. Als Breda niet oppast, dan
gaan de gelden voor het gemeenschapshuis verloren. Ik zou daar
graag iets over willen horen, want het schijnt te maken te moe
ten hebben met het groenstructuurplan en het kan nogal wat con
sequenties hebben. Hoe gaat men daarmee om. In de Hoge Vucht
zit veel groen, terwijl bewoners het vaak niet als positief er
varen. De nota zegt: de burgers zouden meer hun groen moeten be
leven. Inde Hoge Vucht spreekt men juist over de vele onveilige
plekken, de vuilstortplaatsen; we kennen de problematiek. Als
je daar al het groen in stand wilt houden, is het daar aller
eerst erg duur, want dat hebben we gelezen in de nota, maar het
komt niet helemaal ten goede aan het beleven van de bewoners