28 AUGUSTUS 1986
499
uitwerkingsplannen toetsen op dit uitgangspunt, en de structuur
schetsen voor de wijken en de uitwerkingsplannen van meer alge
mene aard op onder meer de beperking van het gebruik van chemi
sche bestrijdingsmiddelen. We zullen helaas tegen moeten stem
men vanwege onze politieke keuze inzake verkoop van groen.
Wethouder RöMKENS
Ik heb mij enigermate voorbereid op de behandeling van dit
groenstructuurplan, mede tegen de achtergrond van de bijzonder
indringende behandeling in de commissie. Toch ben ik door som
mige vragen verrast. Ik heb gemerkt, dat dat ook voor anderen
in de raad gold. Desalniettemin zal ik trachten alle vragen
zoveel mogelijk te beantwoorden. Wellicht zal ik bij de totaal-
beantwoording tussen de sprekers heen en weer springen, omdat
een aantal zaken bij allen terugkomen. Het is dan wat overbo
dig, om dat bij herhaling weer te berde te brengen. Ik begin
bij de heer Berkhout. Een van de centrale thema's van de heer
Berkhout was de vergoeding, die hij ook in de commissie aan de
orde heeft gesteld. We hebben toen gezegd, dat dat op zich een
interessante gedachte was. In het college hebben wij daarvan
gezegd: het zou wenselijk zijn wanneer inderdaad in de integra
le vergoeding alle kosten die gemaakt zijn, ook qua ontwikke
ling, tot uitdrukking kwamen. Dit gold met name toen de stads
verwarming werd aangelegd. Gedacht kan ook worden aan de Hoge
Vucht en in dit verband aan de stelling in het proefschrift van
onze gemeentesecretaris, waarvan ik het vermoeden heb dat U het
gelezen hebt en een zekere koppeling daarmee legt. Wij trachten
binnen de mogelijkheden die we hebben deze integrale vergoeding
na te streven. Ik moet er echter op wijzen dat b.v. bij bekabe
ling door de P.T.T. normprijzen zijn afgesproken, die voor de
vergoeding gelden. Voor destadsverwarmingvoorzover die nog
aangelegd wordt en inderdaad een aanslag zou plegen op bestaan
de groenvoorzieningen, zal gestreefd worden om inderdaad de
integrale vergoeding te krijgen. Ten aanzien van de interne
diensten zullen wij de gedachte die U op tafel hebt gelegd bij
de verdere uitwerking en bij voorkomende gevallen in ieder ge
val meenemen. Ik weet niet of deze beantwoording voor U en D'66
voldoende is om met een gerust hart ja te zeggen tegen het
groenstructuurplan. Een tweede opmerking die door verschillende
sprekers gemaakt is betreft het afstoten van bepaalde vormen
van groen, met name snippergroen. Ik heb zelfs de termen ge
hoord: het afstoten van groen, maar het moet wel groen blij
ven. Nou, dat laatste is duidelijk niet de bedoeling van het
groenstructuurplan. De bedoeling is juist, en dat kunt U ook
lezen in een van de uitgangspunten, dat er een afstoting van
groen plaats vindt in totaliteit van 30 ha. en omvorming van 20
ha. in een ander gebruik, van intensief naar extensief. Bij het
afstoten van met name snippergroen en aansluitende groenvoorzie
ningen, kunnen voorwaarden gesteld worden ten aanzien van het
gebruik. De heer Garritsen haalde de schuttingen naar voren.
Het schuttingeneffect dient inderdaad vermeden te worden. Die
gedachte kan wel meegenomen worden. Het is niet zo dat wanneer
wij dit groenstructuurplan aannemen we zeggen: wat groen is