28 AUGUSTUS 1986
500
blijft groen, en we gaan er iets anders mee doen. Het is duide
lijk de bedoeling om andere bestemmingen aan het groen te ge
ven. De heren Van Dongen en De Leeuw hebben gezegd dat de verde
re invulling nadrukkelijk in samenhang en samenwerking met open
bare werken, ruimtelijke ordening en de welzijnsdienst gestalte
moet krijgen. Het is dus zeker niet zo, en ik denk ook niet dat
de heer Berkhout dat bedoeld heeft, dat de groenvoorziening in
zijn totaliteit zoals hij nu is, ook na de herinrichting, persé
groen blijft. Over de kwestie buurgemeenten het volgende. In
het antwoord dat vandaag bij de ingekomen stukken lag heeft U
kunnen lezen dat wij dit groenstructuurplan ter kennis hebben
gebracht van de buurgemeenten, maar niet in de betekenis van
een dictaat. We hebben ook in het antwoord op de reactie van de
buurgemeenten in die zin gereageerd. Hier ligt duidelijk de
visie van Breda op de toekomstige groenstructuur, inclusief de
invulling van stadsranden. Het kenmerk van eenstadsrand is dat
die grenst aan een andere gemeente, anders was het geen stads
rand. Daar kunnen wij ook niets aan doen. Het is logisch dat
die stadsrand niet ophoudt op de meetkundige grens van de ge
meente en dat er een samenhang moet zijn. Het is evenzeer van
zelfsprekend dat de ontwikkeling daarvan alleen maar goed kan
plaatsvinden in overleg, in samenspraak en met instemming van
die buurgemeenten. Zulks hebben wij ook bericht, en ik kom er
dadelijk nog op terug, aan de gemeenten die het hier aanbelangt
en dat zijn respectievelijk Teteringen en Nieuw Ginneken voor
respectievelijk de stadsrand noord en de stadsrand zuid-oost. U
hebt het waarschijnlijk onder punt D.L in het antwoord van het
college aangetroffen bij de ter visie liggende stukken. Een
aantal van U heeft ook gevraagd: hoe gaat het nu verder met de
uitwerkingsplannen en wat dies meer zij en de relatie met buurt
bewoners? Als U het goed vindt wil ik deze vraag, die bij ver
schillenden naar voren is gekomen, in een samenhangend geheel
beantwoorden. Het is de bedoeling dat een aantal uitwerkings
plannen gemaakt wordt. Een van die uitwerkingsplannen, zoals U
al gezien heeft, heeft het college al genomen. Het is de bedoe
ling dat er dan een ontwikkelingsschets wordt samengesteld, die
aangeeft hoe een andere invulling van de groenstructuur in een
bepaalde buurt of wijk zou kunnen plaatsvinden, inclusief de
mogelijkheden van het afstoten van bepaalde groenvoorzienigen
en de mogelijke alternatieve invulling daarvan. Dat is het ge
heel, dat in die ontwikkelingsschetsen wordt weergegeven. Het
is de bedoeling om die schetsen met de buurten en de buurtbewo
ners te bespreken en met medeneming van al deze opmerkingen,
kanttekeningen, bemerkingen daarna in de besluitvormende fase
te brengen. Ik heb straks al gezegd: de eerste ontwikkelings
schets, die min of meer parallel en aansluitend aan het groen
structuurplan voorbereid wordt, betreft Breda zuid-oost, omvat
tende de wijken HeusendenhoutBrabantpark, Ypelaar en Maria-
veld dacht ik. Er is ook gevraagd: wanneer kunnen wij de eerste
ontwikkelingen tegemoet zien? Naar het zich laat aanzien zal
eind september, begin oktober de raad c.q. de commissie over
deze eerste ontwikkelingsschets geïnformeerd worden. Het naar
voren halen van deze schets en dat is tevens een antwoord op de