28 AUGUSTUS 1986 505 spanningen zouden komen, dan is het een kwestie van het niet in va overeenstemming zijn met de vastgestelde mi beleidsuitgangspunten. Wij zullen de zaak ook gemotiveerd aan U be voorleggen en dan zult U Uw standpunt en Uw besluit moeten ba nemen. In overleg met de bewoners op basis van i£ ontwikkelingschetsenkunnen eventuele spanningen tot een kr minimum gereduceerd worden. U heeft verder de personele ee consequenties in deze nota niet gevonden. Binnen de voorwaarden he die hier gesteld zijn, wordt de nota uitgevoerd waarbij voor de aa eerste 4 jaren, en dat hebt U ook gezien, van het bedrag van 4 aa 1/2 ton die nodig is om de zaak op gang te brengen, ongeveer 2 ir ton nodig is voor ontwikkelingen. Voor zover dat niet binnen de tc eigen personele formatie kan, zal dat via het inhuren in regie, <j€ of het aantrekken van adviesbureaus gestalte moeten krijgen. pr Die informatie heeft U ook tijdens de commissie gekregen aan de ec hand van het schema wat er toen bij zat. hc ni Mevrouw PELLIS ci Ik doel meer op het eigen personeel en een andere visie op p2 zaken. ui de Wethouder RöMKENS ir Daarnaast kan ik U zeggen dat, toen het college besloten had om kt dit groenstructuurplan aan Uw raad voor te stellen als richting- bc gever voor het groenbeleid en het groenbeheer voor de komende 10 jaren, binnen de betrokkenen van de sector natuur en land- d€ schap een gejuich opsteeg wat tot op de Grote Markt hoorbaar xi< was. De heer Garritsen spak over de relatie structuurplan-uit- va werkingsplannen. Ik heb al proberen aan te geven hoe voorgeno- ni men is om die uitwerkingsplannen in onderdelen te ontwikkelen. de Los daarvan is er nog een aantal andere nota's toegezegd. In de tfc richting van mevrouw Paulussen herhaal ik de toezegging die ik be heb gedaan in de commissie, namelijk dat in oktober/november de Zi nota over de chemische bestrijdingsmiddelen aan de orde komt. wa Dat is ook weer een zaak, die in het gehele beheer en beleid ré meespeelt. Het is een van de aspecten, die ook in de commissie br aan de orde is geweest, namelijk de ecologische visie op het Vi geheel, waarbij dit nadrukkelijk speelt. Tegen die achtergrond gr zal deze nota en de wijze waarop we het een en ander willen ms realiseren en niet in de laatste plaats het versterken van de ze agrarische toepassing, in oktober/november via de commissie aan nc de raad worden aangeboden. Over de stadsranden heeft de heer nj Garritsen eveneens gesproken. Ik heb aangegeven dat er verschil Zg is tjussen de ene stadrand en de andere. Met name de stadsranden p€ zullen een functie moeten krijgen, niet, en dan ben "ik het met hc de heer Garritsen eens, om een volksverhuizing van het ene sc stadsdeel naar het andere te bewerkstelligen, maar een dui- vc delijke recreatieve functie. Daardoor gaat de recreatie om de gr hoek voor de mensen binnen een bepaald gebied tot de mogelijkhe- a£ den behoren. Dat is een van de achterliggende gedachten rond gr die stadsrandontwikkeling. Die sluit nauw aan bij de opvatting- b] en dienaangaande van de ruimtelijke ordenaars. Dat kan gevolgen p£ hebben voor de sportieve invulling; dat is duidelijk. Zoals ook ki in het stuk is aangeven zal de relatie daartussen in de loop

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 505