28 AUGUSTUS 1986 506 van dit jaar op basis van de nota van de welzijndienst en de milieudienst verder zijn invulling krijgen. Ik ben niet zo som ber als de heer Garritsen ten aanzien van de financiële haal baarheid van het verhaal. Integendeel, het groenstructuurplan is op een voortreffelijke wijze gepresenteerd door onze locale krant; en ik was nota bene met vacantie. Het artikel besloeg een hele pagina, dus het kan ook zonder dat ik erbij ben. Het heeft geleid tot een groot aantal vragen onder andere, om in aanmerking te komen voor eventueel af te stoten snippergroen aansluitend aan tuinen. Die verzoeken zijn overigens nog niet ingewilligd; we moeten eerst de zaak verder uitwerken. De reali teitswaarde van het financiële verhaal moet toch vrij hoog wor den geacht. Ik blijf het jammer vinden dat de heer Garritsen om principiële redenen tegen zal moeten stemmen. Dat geldt even eens voor mevrouw Paulussen. Ik respecteer dat, maar ik blijf het jammer vinden. Ik heb ook in de commissie gezegd, dat ik niet de indruk heb dat ik U kan overtuigen, omdat het een prin cipieel uitgangspunt is. Naar de kwaliteit van de uitwerkings plannen is door mevrouw Paulussen gevraagd. De kwaliteit van de uitwerkingsplannen is een zaak, die U straks als raad ter beoor deling krijgt voorgelegd. We moeten eerst een richtinggevende invulling kunnen geven, alvorens wij aan die uitwerkingsplannen kunnen werken. Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk alle vragen te beantwoorden. Ik hoop dat het me gelukt is. De heer BERKHOUT Ik ben erkentelijk voor het welwillende en uitgebreide antwoord van de wethouder. Het zal hem niet vreemd zijn dat het mij toch niet helemaal bevredigt, met name niet op het punt van de scha de. Het proefschrift van de heer Van Asperen is mij bekend, al thans voorzover het de stellingen betreft die op dat onderwerp betrekking hebben. U had wel kunnen verwachten dat het zo zou zijn. De heer Römkens zegt dat dat zou gelden toen de stadsver warming werd aangelegd. Ik heb gezegd dat het herhaaldelijk op rakelen van dezelfde percelen grond juist een schade teweeg brengt die onherstelbaar is. Als je gaat kijken naar de Hoge Vught, dan is dat ontaard in woestijnen, waar niets meer groeit. Er zal dus veel meer gecultiveerd moeten worden dan zo maar een plantje neer zetten. Daarna wijst hij op de normprij- zen van de P.T.T. Er zijn twee opmerkingen over te maken. Die normprijzen zijn gebaseerd op standpunten die toen golden en niet vandaag en je kunt je standpunt altijd wijzigen. Bovendien zal de status van de P.T.T. zich wijzigen, en ook dat opent perspectieven om er dan nog eens anders over te praten. Ik be houd mij voor om straks aan het einde van de tweede termijn schorsing te vragen om te overleggen met de mede-ondertekenaars van de motie en de andere fracties. U stelt dat ik heb gezegd: groen moet groen blijven. Dat heb ik niet zo strikt bedoeld. De aanplant die daar nu van gemeentewege is, en die om onderhouds- gronden wordt afgestoten, dient toch als zodanig herkenbaar te blijven, want het bestemmingsplan wordt niet gewijzigd. Als er passieve recreatie staat, dan zal dat passieve recreatie moeten kunnen blijven; een schutting voldoet daar niet aan, net zo

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 506