28 AUGUSTUS 1986 508 Wethouder RöMKENS Ik ben blij met de reactie van de sprekers in tweede termijn. Ik vind het alleen jammer dat ik blijkbaar een foutieve indruk bij de heer Berkhout heb gewekt t.a.v. zijn opmerking waarvoor hij ook schorsing wil hebben, namelijk dat ik er tegenstander van zou zijn als er een maximale vergoeding kwam, zodat wij we derom zouden kunnen herplanten zoals het was voor die tijd. Ik heb de normprijzen, en de afspraken met de P.T.T. die er zijn genoemd. Niets staat ons in de weg daar nadere afspraken over te maken en wanneer dat kan zal dat zeker gebeuren. Daarnaast is het zo dat ik ook gewezen heb op het feit dat in de toe komst, zeker bij de interne verrekening, de gedachte van vergoe ding op basis van heraanplant waarbij alle kosten meegenomen zijn, intern wel tot de mogelijkheden behoort, maar bij de ande re situaties zult U steeds afhankelijk zijn van onderhandeling en dienaangaande. Ik kon dus niet absoluut zeggen; dat gebeurt, want ik ben afhankelijk van derden. De bereidheid dezerzijds is aanwezig om daar met volle kracht en volle omvang voor te strij den. Dat is zonder meer duidelijk, want dat is alleen maar in het belang van de gemeente. Dat was mijn bedoeling. Ten aanzien van groen moet groen blijven, is het duidelijk dat ik het wat te zwart wit vertaald had, zoals de heer Berkhout beoogde. Mijn opmerking in de eerste termijn was dan ook: het is wel degelijk zo wanneer bepaalde recreatieve functies beoogd worden om ge handhaafd te blijven, dat dat via een bestemmingsplan vast ge legd zal worden met alle maatregelen die daarop van toepassing zijn. Het eventuele schuttingengevaar wordt dan verhinderd. Juist de ontwikkelingsschetsen leiden tot uitwerkingsplannen, en in daaruit voortvloeiende bestemmingsplannen kunnen deze za ken nadrukkelijk aan de orde komen. Het voert nu te ver om de voorwaarden vooraf te stellen, zonder dat het uitwerkingsplan en het daarop voortgeënte bestemmingsplan aan de orde is. U heeft gesproken over de kwestie stadsrand. Uiteraard was het on ze bedoeling overleg te plegen. We hebben dat ook in de brief geschreven. Het was niet de intentie, ik wil dat heel duidelijk stellen, dat wij vooraf over dit groenstructuurplan de visie van de andere gemeenten t.a.v. de Bredase visie vroegen en dat wij aan stadsrandontwikkeling moesten doen. De invulling van die stadsrand, voor zover het andere gemeenten betreft, moeten we samen met andere gemeenten doen. Die ontwikkelingsvisie krijgt verdere invulling;dat is een vanzelfsprekende zaak, en dat hebben we ook aan de betrokken gemeenten gemeld. Als wij de eerste zending wat zorgvuldiger geredigeerd hadden, was waar schijnlijk deze reactie uitgebleven. Daar hebben we weer van ge leerd. De heer De Leeuw vraagt of de normbedragentoereikend zijn. Nee, die zijn niet toereikend. De heer Berkhout zei het al; die zijn van jaren her en stemmen niet overeen met de opmer king die de heer Berkhout ook maakte t.a.v. de herplant respec tievelijk herinrichting, inclusief alle kosten. Ik hoef maar een voorbeeld te noemen. Als ergens bomen staan van 20 jaar oud die weggehaald worden en je zet er een klein boompje voor in de plaats, kan dat binnen die normkosten, maar dat is duidelijk niet volgens het idee, dat de heer Berkhout naar voren brengt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 508