28 AUGUSTUS 1986 525 dracht te doen, en er is een inspraakcommissie met een eigen verantwoordelijkheid. Op basis van de gesprekken die de selec tiecommissie en de inspraakcommissie hebben gehad, heeft de se lectiecommissie een voordracht gedaan. Toen de selectiecommis sie bekend had gemaakt wat haar voordracht was, is zij terug gegaan naar de inspraakcommissie en heeft gezegd: dit is onze voordracht. Op dat moment heeft de inspraakcommissie zich daar mee verenigd. Ik deel de opvatting dat aanvankelijk de in spraakcommissie tot een andere voordracht kwam, maar uiteinde lijk Mevrouw NEEB-WIEGERSMA Het is wel a'ndersom. Eerst had de selectiecommissie twee voor drachten. De inspraakcommissie heeft achteraf problemen gehad met één kandidaat en daardoor heeft de selectiecommissie zijn voordracht veranderd. Het is niet de inspraakcommissie, maar de selectiecommissie die uiteindelijk het woord heeft. Wethouder HOFSTé Ja, dat zeg ik, de selectiecommissie heeft het uiteindelijke woord De VOORZITTER Ik sluit de discussie. Ik moet U uitdrukkelijk vragen of U prijs stelt op schriftelijke stemming. Omdat het een aanbeve ling van één persoon is, zouden we met een hoofdelijke besluit vorming kunnen volstaan. Als één van U aandringt op schrifte lijke stemming, dan moet ik dat doen. Dit is niet het geval. Kan de raad zich met de benoeming verenigen? Akkoord 247- VASTSTELLING VAN HET MEERJARENPROGRAMMA RESTAURATIE MONU MENTEN BREDA 1990 T/M 1994. Mevrouw BOIÜIN-VAN HOEVE Wij zijn van mening, dat het meerjarenplan voor de rijksmonu menten in relatie met de stadsvernieuwing voor een meer planma tige aanpak zal zorgen. Wij vinden dat alleen de inventarisa tie, de staat van onderhoud, de benodigde financiën en de streefdata niet voldoende zijn. Deze aanpak moet gebeuren met een duidelijke visie en een eigen filosofie, die het richtsnoer bepaalt voor de komende jaren. We hebben dan ook een aantal vragen. Kan de raad inzicht krijgen in de filosofie van de werkgroep monumentenzorg? Graag zouden wij ten aanzien van de buitengebieden zien, dat deze geïntegreerd worden in het geheel van het meerjarenplan. In het verleden gaf men prioriteit aan het beschermd stadsgezicht. Wij hebben nu gezien, dat de prioriteit eveneens beschermd stadsgezicht is. Wij zouden nogmaals de nadruk willen leggen op de prioriteit op binnenstad en stadsgezicht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 525