28 AUGUSTUS 1986 535 als gemeente hebben ten opzichte van N.A.C. is in zekere zin een puur zakelijke. Het is in ieder geval wel de aanleiding om nu met dit voorstel te komen. N.A.C. heeft een schuld van 1,3 miljoen en een huurschuld aan de gemeente van 3 ton. Dat is de situatie op basis waarvan je op een gegeven moment een besluit moet nemen. Welke kant willen we ermee op? Verschillende spre kers zeggen: had daar nou maar even mee gewacht en kom met een definitief voorstel. Op het moment dat wij constateerden dat er buitengewoon grote problemen waren bij N.A.C., was er ook aan duiding voor het college om stappen te zetten. Dat is begonnen met: N.A.C. U moet Uw verplichtingen nakomen of b.v. zullen we een deurwaarder sturen? Op een gegeven moment sta je voor een keuze. Als we niets hadden gedaan en als we de huurpenningen hadden willen innen gelijktijdig met de schuld van 1,3 miljoen, dan hadden we net zo goed het faillissement kunnen aanvragen. Tussendoor speelt nog het accommodatievraagstukN.A.C. heeft op het moment dat de gemeente het stadion heeft overgenomen, nadrukkelijk gezegd, dat zij een veel te hoge prijs moest betalen ten opzichte van andere steden. Om een duidelijk beeld te krijgen van een meer structurele oplossing heeft het college gezegd: we stellen een werkgroep samen en we kijken of we er ge zamenlijk kunnen uitkomen. In die werkgroep is een aantal zaken op een rijtje gezet. Dat betekent dat we niet spreken over een hele late fase, net voor de competitie. We worden niet met de rug tegen de muur gedrukt. Het is zo dat het college in het be gin van dit jaar het besluit genomen heeft. Bij de begrotingsbe handeling 1986 wisten we van deze problematiek. Toen is door de raad het besluit genomen om f 50.000,-- tegemoet te komen in de huurkosten. Dat hier gesuggereerd wordt dat we nu eigenlijk pas de problemen boven tafel hebben, is niet juist. De heer MARTENS In 1979 is de problematiek begonnen met de verkoop van het sta dion. In de de afspraak kon zowel N.A.C. als de gemeente Breda zich vinden. We moeten daarover dus niet meer moeilijk doen dat dat destijds niet goed geweest zou zijn. In 1983 is de ellende begonnen. Vanaf dat moment wist het college, dat N.A.C. niet meer aan zijn huurverplichtingen voldeed. U informeert de com missie pas 3 jaar later, namelijk bij de behandeling van de begroting 1986. Wethouder HOFSTé We kunnen terug gaan naar het moment waarop het stadion is overgenomen. Dat was voor Breda geen ongunstige situatie. Die opmerking wil ik toch maken. Er is gezegd: er zijn gigantische bedragen naar toe gegaan. Dat is op zich juist. Er is een staat je van gemaakt en in de pers verschenen. We moeten eerlijk te gen elkaar zeggen: tegenover die 5 miljoen staat, dat de gemeen te de beschikking kreeg over een niet onaanzienlijk onroerend goed, 4,8 ha. als ik het wel heb. N.A.C. stond toen met de rug tegen de muur. Dat is in de commissie verteld en dat is ook door het bestuur van N.A.C. in de gesprekken en in de werkgroep naar voren gebracht. In de laatste drie jaar doen zich de pro blemen in ernstiger mate voor. Dit is mede het gevolg van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 535