25 SEPTEMBER 1986 557 waar vrouwen vaak in een zwakke en moeilijke ondergeschikte po sitie zitten. Dat heeft de discussie bij ons opgeleverd, want in feite is het een goede zaak om tot verschuivingen over te gaan. Als zodanig wil ik nu in de eerste termijn zeggen dat ik het amendement van mevrouw Paulussen steun. De PvdA-fractie heeft er al iets op vooruit gelopen, maar ik wil het toch iets concreter doen. De gesprekken met de buitenlandse groeperingen moeten een zodanige vorm krijgen, dat je volgend jaar kunt zeg gen, op welke wijze je het gaat aanpakken. Er dient overeenstem ming met de groepen te komen over welke procedure je vaststelt en tot een toekenning van de concentratiegelden te komen. In feite moet de raad zeggen, dat het op een goede manier gebeurd is en dat men wel 10 keer moet nadenken voor men met wijziging en komt. Zo hoort het ook. Mijn beoordeling over de stedelijke aandachtfunctionarisdie de J.J.C. wil aanstellen, is toch an ders. Het heeft mij verbaasd dat de J.J.C. met zo'n voorstel komt, terwijl de andere partners van het overleg daarvan niet eens op de hoogte zijn. Dat is procedureel niet netjes; dat moet je anders doen. Die zaak moet in een breder perspectief ge zien worden. Een groep moet niet pleiten, want dan krijg je weer dat een algemene instelling de centen gaat claimen ten be hoeve van buitenlanders waar je eigenlijk vanaf zou willen. Dat zien wij niet zo zitten, los van de inhoudelijke vraag of je een stedelijke aandachtsfunctionaris moet hebben. Je moet het in ieder geval zo aankaarten. Wethouder VAN RAAK Ik constateer dat mevrouw Paulussen een warm en alleszins be- grijpelijk pleidooi houdt voor een uitbreiding van het aantal beschikbare uren bij het vrouwencentrum. Ze constateert zelf dat dit compleet past in de besluitvorming van 8 november 1984, waar zij in haar amendement ook naar verwijst. Ze vindt vervol gens dat de uren die uit die 92 extra besteed zouden moeten wor den van het I.M.W. af zouden moeten gaan. In de brief die zo even is uitgereikt, wordt ook wel aandacht besteed aan de zorg- functie die het I.M.W. zou hebben. Binnen de prioriteitsafwe ging van mevrouw Paulussen en de heer Garritsen, vindt men toch dat de zorgfunctie in deze ondergeschikt is. Ik vind dat be zwaarlijk, maar dat is niet het enige argument. Wij hebben hier te maken met de invulling van het anticipatiebesluitdat op 1- 1—1985 genomen is. Het zou invulling moeten krijgen wanneer de overheveling van de concentratiemiddelen werkelijk plaats zou vinden. Door het beschikbaarstellen van die twee maal 24 uur aan het I.M.W. vooruitlopend op de eigenlijke besluitname, heeft dit voldoende verwachtingen gewekt bij het I.M.W.dat dit ook daadwerkelijk gerealiseerd zou kunnen worden. Ik acht het juridisch zeker bezwaarlijk om dit, nu de zaak werkelijk aan de orde is, alsnog terug te trekken. Inhoudelijk, dus los van deze juridische complicaties, heb ik er ook moeite mee. Ik constateer dat én het platform én de stichting buitenlanders én het centrum voor buitenlanders elk 100 uur voor de zorgfunctie vragen. Ik heb al eerder gezegd dat de beschikbare 48 uren, een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 557