25 SEPTEMBER 1986
558
heel eind afstaan van de werkelijke behoefte aan zorg, zoals
die door alle andere organisaties gevoeld wordt. Er is door de
dames Heerkens en mevrouw Paulussen gezegd: dan moet het
l.M.W. maar vanuit de eigen formatie gaan invullen. Mevrouw
Paulussen brengt dat in verband met het tweesporenbeleid en der
gelijke zaken. Ik constateer dat het l.M.W. dat reeds doet.
Indertijd heeft men al meteen 5 1/2 uur opgezet. Op dit moment
is er sprake in de eigen formatie van een uitbreiding van
2x16 uur. Men besteedt dus 2 x 40 uur. Het l.M.W. heeft toege
zegd om voor de Joegoslaven en voor de Spanjaarden uit eigen
formatie uren beschikbaar te stellen. In feite zet het l.M.W.
zich met deze specifieke zorg, die nog steeds nodig is voor de
ze categorale groepen, meer dan voldoende in. In ons voorstel
hebben wij gemeld, dat wij eigenlijk vinden dat de
zorgfunctie voor Marokkanen en Turken in dit geval minimaal
bezet is. Ik acht dus een verschuiving van beschikbare uren,
nl. 20 uur weg nemen van het l.M.W. naar het vrouwencentrum,
ten eerste juridisch niet haalbaar en ten tweede niet
zorgvuldig genoeg met betrekking tot de zorgfunctie. Daarom zou
ik het U willen ontraden. Over de brief van het Incom het
volgende. Ik weet niet welke brief of welke functionaris
mevrouw Paulussen bedoelt. Wanneer zij vraagt naar de plaats
van de functionarissen, die in de besluitvorming met a., b. en
c. aangegeven zijn
Mevrouw PAULUSSEN
1c
Wethouder VAN RAAK
Bij 1.c. is het de bedoeling om deze bij de federatie te deta
cheren. Bij 1.b. is er sprake van een detachering bij het vrou
wencentrum, maar het ligt wel degelijk in de bedoeling, mevrouw
Brosky, dat deze uren beschikbaar komen voor alle buitenlandse
vrouwen. Dat past ook binnen de doelstelling van het vrouwencen
trum, dat zich met name in doelstelling en in doelgroepenbeleid
zegt te oriënteren op de buitenlandse vrouwen. Dit bijt elkaar
niet en vandaar dat ik U heel simpel deze toezegging zal kunnen
doen. Over de evaluatiehet volgende. Mevrouw Heerkens wil deze
evaluatie iets te snel laten plaatsvinden, nl. in mei 1987. Dat
betekent dat ze net 3 maanden zouden werken. Ik hou wel van
snel werken, maar dit is me toch iets te snel. Wij zullen min
stens een jaar moeten bekijken wat de inzet van deze uren heeft
opgeleverd. Daarna hebben we niet de vrijheid om de hele zaak
terug te nemen. We moeten dan met bestaande verplichtingen re
kening houden. In het kader van het evalueren van het minderhe
denbeleid kunnen we deze zaak aan de orde stellen. De heren de
Leeuw en Garritsen hebben een vraag gesteld over de stedelijke
aandachtsfunctionaris. Er liggen op het moment vragen van Lisa
daarover op mijn bureau. Ik stel mij voor, dat het J.J.C. de
nota heeft gedropt. Wij hebben die al ter kennisname behan
deld. Ik onderschrijf wat de heer Garritsen zoeven zei. Binnen
de federatie zou dit een solo optreden veronderstellen. Ik ben