25 SEPTEMBER 1986
565
Wethouder SANDBERG
Dan nodig ik U uit om conform het voorstel te besluiten. Wie
kan zich daarmee niet verenigen?
Mevrouw PAULUSSEN
Ik kan me echt niet verenigen met deze verdeling en ik heb dat
gemotiveerd bij de indiening van het amendement. Ik ben tegen
dit voorstel.
Akkoord, met de aantekening dat het aanwezige lid van de frac
tie Lisa geacht wil worden te hebben tegengestemd.
263. OPHEFFING VAN DE STEDEBOUWKUNDIGE ADVIESRAAD.
De heer Van de WIJNGAARD
Dit agendapunt was afgelopen maandagavond een pittig discussie
punt in onze fractie. Dit zeer gemĂȘleerde gezelschap van onder
andere oud StAR-ledenruimtelijke ordeningsspecialisten en
stadsvernieuwingsidealisten grepen terug naar de begrotingsbe
handeling 1986. Daarbij is door onze fractie aan U gevraagd
naar de toekomst van deze adviesraad, zie bladzijde 1153- Uw
antwoord staat op bladzijde 1225; ik kan melden dat de puzzel
stukken elk afzonderlijk in ontwikkeling zijn gebracht, zoals
een evaluatie van het StAR-gebeurenIs dit voorstel dan het
eindresultaat? Het is jammer dat weer een adviesorgaan met een
grote verscheidenheid in maatschappelijkheid van vrijwillige le
den met een onafhankelijke inbreng en politieke ongebondenheid
verloren gaat. Wat komt er voor in de plaats? Wij attenderen
nogmaals op een constructie van b.v. een combinatie van de raad
van advies op ruimtelijke ordeningsgebied en idem van volkshuis
vesting op stedelijk niveau. Zij dient noch gebonden te zijn
aan een bepaalde bevolkingscategorie noch aan een bepaalde poli
tieke groepering. Zij dient gebonden te zijn aan de partijen,
die betrokken zijn bij de locale woningmarkt. Daaraan zou een
stedelijk platform dan wel een soort parapluconstructie gegeven
kunnen worden. Er zal toch wel een democratische betrokkenheid
van burgers moeten komen in de een of andere vorm als alterna
tief. Dit kan toch niet op moeilijkheden stuiten met dit huidi
ge college en programakkoord, zie hoofdstuk 1.4. relatie bur
ger, bestuur sub a. U heeft f 70.000,gekregen van het rijk
voor de betrokkenheid van de individuele bewoners en de maat
schappelijke organisaties in het kader van de betrokkenheid van
de locale woonconsument. Is dit bedrag al ingezet? Zou het niet
kunnen passen bij ons aangegeven idee? Hoor ik vanavond van U
een ander idee op ditzelfde gebied, dat kan sporen met onze op
vattingen? U laat toch niet het woonconsumentenbeleid in de
steek. Wij etaleren en herhalen liever onze wensen en aanbeve
lingen aan het begin van een programperiode. De onderhande
lingen liggen dan nog vers in het geheugen en het lijkt doelma
tiger dan aan het einde. Wij hebben over het werk van de
ST.A.R. uitvoerig gediscussieerd in de commissievergaderingen.
Wij onderschrijven het antwoord dat U daar gaf. De St.A.R.