1
25 SEPTEMBER 1986 566
heeft tijdens zijn 14-jarig bestaan veel goeds gedaan. Er zijn vooi
wel eens steken gevallen in haar breiwerk, maar dat was weder- gie
zijds en dat is ook toen ruiterlijk erkend. De gemeente heeft val:
er profijt van gehad en onze fractie zeer zeker voor haar werk pen
in commissie en raad. Het is teleurstellend ondanks de reddings- lei<
poging aangaande het St.A.R.-werk eind 1984, voor zowel de ge- en
meente als de ST.A.R., dat het concrete resultaat niet in ver- van
houding stond tot het gedane werk door wederzijdse partijen. buri
Wij willen alle St.A.R.-medewerkers/sters bedanken voor hun in- gem<
zet. Wij hopen ze nog te ontmoeten in de een of andere functie, zijl
lidmaatschap, maar wel met dezelfde soort werkzaamheden. Wij ren
willen U nogmaals wijzen op onze gedane voorstellen voor de de
dringende alternatieve invulling omdat dit onafhankelijk advies- jui:
orgaan nu zal verdwijnen. Wij zullen Uw voorstel steunen. als
spr;
De heer GARRITSEN pen
Was dat de heer van de Wijngaard? Ik dacht dat ik totaal iemand raai
anders hoorde, als U de commissie volgde. hanl
ven
De heer BOKKELKAMP ten
Voor ons hebben wij vanavond een voorstel, dat bij de fractie ste<
van de V.V.D. nogal wat vraagtekens heeft opgeroepen, nl. de doei
opheffing van de St.A. R. Om deze opheffing te doen geschieden Sob<
wordt van de zijde van het college een aantal argumenten aange- hel<
dragen. Daarop wil ik nu nader ingaan. De voldoende meerwaarde op
in de StAR-adviezen voor de gemeente is moeilijk te meten. is
Men moet de zaak ons inziens van twee kanten bekijken, nl. de zou
mogelijke waarde van de adviezen enerzijds voor het ambtelijk kum
apparaat en anderzijds voor de raadsleden. De waarde ten aan- weg|
zien van het ambtelijk apparaat is dezerzijds moeilijk te beoor- all<
delen. Hoe kan men gemakkelijk inschatten of het ambtelijk den- vooi
ken door de denkwijze van de St.A.R. en de daaruit voorvloeien- tel:
de adviezen bevrucht is. De waarde voor de raadsleden, oordeelt Wer<
de V.V.D.-fractie positief. Wij hebben, en dat is eerder be- war>
toogd, steeds kennis genomen van de adviezen van de St.A.R. en mis
deze in onze besluitvorming meegenomen. De STAR-adviezen heb- hie
ben in het verleden zelden of nooit tot opmerkelijke verander- h.B
ingen van de gemeentelijke plannen geleid; dat is een gegeven. Ver
Ik denk dat elk adviesorgaan daar last van heeft. Politiek be- Waa
zig zijn betekent altijd het maken van keuzen en het afwegen nen
van alternatieven; uiteindelijk beslist de meerderheid in de st.
raad. Er is vaak in de eindfase van bestemmingsplannen geadvi- hoe
seerd, met de daarbij onlosmakelijke opmerking dat die adviezen den
dan niet inpasbaar zijn. Dit argument wordt mede veroorzaakt en moe
dat wordt ook door de St.A.R. in haar briefwisseling weergege- Zaa
ven, door niet tijdige informatie van de gemeente. Daarbij moet ver
aangetekend worden, dat de St.A.R. mijns inziens ook de hand in st.
eigen boezem zou kunnen steken, omdat zij in deze een actievere lev
rol had kunnen spelen. Overigens zou naar onze mening een opti- fra
malisering van de informatievoorziening naar en van de gemeente
mogelijkerwijze bij niet opheffing uitgetest kunnen worden. De
I