25 SEPTEMBER 1986
571
met het oog op de bezuinigingen en het tekort aan menskracht
ook niet buiten beschouwing laten. Hoe waardevol de adviezen
van de St.A.R. ook zijn, uit het bovenstaande hebben we de meer
waarde niet kunnen ontdekken. De inbreng van de St.A.R. heeft
zelden tot planwijziging geleid. Deze realiteit verplicht ons
dit aspect te laten meewegen in onze overwegingen. De St.A.R.
was in aanvang noodzakelijk om het democratiseringsproces van
burgers op gang te brengen en gestalte te geven. De inbreng op
dit moment voegt geen meerwaarde toe aan de inspraak en voorbe
reiding van plannen. Wij delen de visie van het college, dat de
St.A.R. als adviesorgaan geen functie meer heeft in het ruimte
lijk ordeningsbeleid en dus opgeheven kan worden.
De heer GARRITSEN
Er is inderdaad in de commissie uitvoerig gesproken; als zoda
nig wil ik hier kort zijn. Er zijn toch heel andere geluiden
naar voren gekomen, met name van één fractie. Het is daarom wel
belangrijk om op een aantal zaken wat verder in te gaan. Het
feit waarom de St.A.R. noodzakelijk is, is door verschillende
sprekers aangegeven. Het geeft inderdaad meerwaarde als je
praat over de bebouwde omgeving of de stedebouwkundige invul
ling van de stad. Dat is niet iets wat er even staat; dat zijn
zaken die er tientallen jaren of eeuwen staan en als zodanig
zijn ze zeer waardevol. Je moet daar zeer zorgvuldig mee om
gaan. In invullingsplannen zal dat heel duidelijk zijn. Over
hoe de St.A.R. tot nu toe functioneerde zijn twee kanten naar
voren gehaald. De belangrijkste kant is niet die kant van de
inspraak, maar die van de kwalitatieve beoordeling van de plan
nen. Ik wil daar een aantal opmerkingen over maken, waarvan ik
denk dat ze belangrijk zijn, en waar de St.A.R. naar mijn me
ning best gefunctioneerd heeft. Als men kijkt naar de procedure
binnen de ruimtelijke ordening en naar de invloed die wij als
gemeenteraad en commissie in het geheel hebben, dan is dat be
trekkelijk weinig. Het is noodzakelijk, gezien de belasting van
de commissie en de raad, dat een onafhankelijke adviesraad, die
kwalitatief geschoold is en in ieder geval een stuk betrokken
heid met de stad heeft, die mensen ook hun visie geven op het
geheel. Wat dat betreft ben ik het met de V.V.D. eens als die
zegt: praat met bewoners, met mensen die direct betrokken
zijn. Het kan een heel nuttige zaak zijn om te laten kijken van
uit een andere missie, een wat afstandelijkere beschouwing naar
vormgeving en naar functies. Dit is een wat breder perspectief
en dat is zinvol. Ik heb altijd begrepen uit de gesprekken die
ik met de St.A.R. gevoerd heb de laatste tijd, maar ook uit de
opmerkingen die ik gehoord heb, dat in het algemeen de fracties
daar best tevreden over waren. Men las vaak die St.A.R.-ad
viezen en men maakte er gebruik van. U heeft vaak kunnen con
stateren, dat van de STAR-adviezen ook gebruik gemaakt is
door de ambtenaren en dat plannen aangepast zijn; dat is regel
matig gebeurd. De ST.A.R. heeft goed gefunctioneerd. De
P.v.d.A. zegt: er is eigenlijk weinig van terecht gekomen. Toch
is het nuttig om die plannen te beoordelen. De P.v.d.A. zegt