25 SEPTEMBER 1986
573
De heer GARRITSEN
Ik ga nu in op het alternatief, wat aangedragen is. Er komen
gelden beschikbaar voor woonconsumenten en er is al herhaalde
lijk gesproken over de invulling daarvan. Dat is een totaal
andere invulling dan als je praat over de activiteiten die de
St.A.R. gaat doen. Als de financiële argumenten naar voren ko
men, dan zou het, gezien de bezuinigingen, ook met de St.A.R.,
niet zo'n overwegend bezwaar kunnen zijn. Dan is er een argu
ment voor de gemeente, nl. de belasting, de werkdruk van de af
deling Ruimtelijke Ordening die inderdaad vrij beperkt is. Het
is misschien een belasting om inderdaad de St.A.R. steeds goed
in te schakelen. Je hebt als raad een taak om te zeggen: is het
belangrijk, ja of nee, om de ruimtelijke ordening die aandacht
te geven die nodig is om de knopen te signaleren. Ik heb me zo
verbaasd over het standpunt van het C.D.A. In de commissie zegt
het C.D.A. we hebben de artikel 19 procedures; het is eigen
lijk niet meer nodig. Ik begreep er toen niet zoveel meer van
wat men precies bedoelde. Ik begrijp nu dat zij in feite zeg
gen: een dringend alternatief is toch noodzakelijk. Over het
verhaal van de ruimtelijke ordening heb ik weinig gehoord. Alle
voorbereidingsbesluiten en al dat soort zaken wat er mee te ma
ken heeft, zie ik eigenlijk niet zo. Ik zou haast willen zeg
gen, dat het een argument te meer is om de St.A.R. te
behouden. Het is duidelijk dat wij zeggen, dat de St.A.R. niet
voor de inspraak in het leven is geroepen. De P.v.d.A. legt
daar nogal de nadruk op. We moeten die verwachting niet
scheppen, maar nogmaals duidelijk zeggen, welke waarde de
St.A.R. heeft voor de kwalitatieve beoordeling van plannen. Dat
geluid heb ik vanavond van het C.D.A., V.V.D. en D'66 gehoord:
je moet zo'n raad niet op het spel zetten. Het zou een
goede zaak zijn om met meer alternatieven te komen; er wordt
inkrimping door de V.V.D. voorgesteld. Laten we er nog eens
over praten en dit stuk aanhouden.
Mevrouw PAULUSSEN
Ik wil niet in herhaling treden; er is ontzettend veel over
gezegd en geschreven. Met de onderkenning van een aantal nega
tieve zaken, zouden wij het toch op dit moment verschrikkelijk
jammer vinden als de St.A.R. zou verdwijnen. We hopen, dat er
toch nog een poging gedaan wordt om in een afgeslankte vorm of
met een vernieuwde werkwijze een groep burgers op het terrein
van de ruimtelijke ordening actief te laten zijn. Er is al eer
der gezegd: de inschakeling van de burgerij is ontzettend be
langrijk, net als deskundige, onafhankelijke adviezen op het
terrein van de ruimtelijke ordening. De raad is uitermate mar
ginaal bezig met bestemmingsplannen en heeft veel aan de advie
zen van een onafhankelijke deskundige club. Dat zijn de drie
korte punten, die al in allerlei variaties en varianten naar vo
ren gebracht zijn. In het preadvies staat, dat de St.A.R. ge
zegd heeft dat zij advisering over algemene onderwerpen niet
haalbaar achten. Zij hebben met name het emancipatiefacetbeleid
genoemd. Indertijd is bij de besluitvorming in de raad door het