25 SEPTEMBER 1986 574 college gezegd, dat de bewaking, de uitvoering en de uitwerking van het emancipatiefacetbeleid op het terrein van de volkshuis vesting aan de St.A.R. toevertrouwd zou worden. Is dat gebeurd. De heer De Bruijn zei, dat er heel weinig vragen zijn geweest over de advisering over algemene onderwerpen. Als de St.A.R. zou gaan verdwijnen, wat gebeurt er dan en aan wie wordt het dan opgedragen? Wethouder WELSCHEN Ik heb het met beantwoording een beetje moeilijk. Ik zal U zo zeggen waarom. De algemene lijn in de raad is dat er waardering is voor de StAR-ledenDat is unisoon en dat geldt ook voor het college. De St.A.R. heeft in de periode van bijna 15 jaar bestaan nogal een omzwaai in het ruimtelijke ordeningsdenken meegemaakt, nl. het opkomen van stadsvernieuwing, het opkomen van een grote uitbreidingswijk, de inspraak als verschijnsel, het proffesionaliseren van het apparaat en al dat soort zaken. Het was allemaal niet op gang toen de St.A.R. startte. Het is nu echt allemaal gemeen goed geworden, met een behoorlijke een duidigheid ten aanzien van de beleidslijn. Daar zit in feite de uitholling van het StAR-gebeuren en iedereen weet dat. Ik hoor van alle fracties, dat de werkwijze van de St.A.R. op deze manier niet doorkan. Daarna lopen de zaken wat uiteen. Ik moet U eerlijk zeggen, dan komt mijn punt van moeilijkheid. Als ik de verhalen zo allemaal hoor, dan vind ik dat de politiek zelf eens eerlijk moet zijn. Wanneer er nu verteld wordt dat het kwalitatief allemaal belangrijke verhalen waren, waar de frac ties intensief mee bezig zijn geweest, wat toch ook al in het ambtelijk voortraject belangrijke wijzigingen heeft gebracht, dan vraag ik mij af: politiek, ben je eerlijk bezig? Is dat de afgelopen 15 jaar wel het geval geweest? Mijn conclusie zal anders zijn dan die van een aantal woordvoerders en woordvoer sters uit de fracties. Wanneer wij dat verhaal niet vanuit de zelfde positie beoordelen, dan wordt het ook heel moeilijk om goed met elkaar te discussiëren over de positie van de St.A.R.. Het gaat ons niet om de politieke onwil over het gehe le gebeuren. Wat speelt er in de stad ten aanzien van het demo cratische meedoen in de ruimtelijke ordening. Het gaat ons dom weg om de vraag of dat je een effectieve bijdrage van de burge rij in dit soort zaken kunt organiseren? Hebben we een aantal mensen een taak opgelegd, die gewoon frustrerend werkt, omdat we op voorhand weten dat de zaken die zij op tafel brengen, geen effect hebben op de besluitvorming die hier speelt. Als be stuur moet je dan aan een grotegroep vrijwilligers uit de burge rij niet iets opleggen wat feitelijk niet meer in het hele sy steem past. Ik vind het jammer, dat daar kennelijk de meningen of het zien van de feiten zover uiteen lopen. Dat je zaken an ders weegt, kan ik me voorstellen. Dat er echter zo'n verschil van zicht zou zijn tussen de verschillende fracties en het col lege en een aantal fracties over wat de St.A.R. feitelijk heeft kunnen betekenen, verbaast mij enorm. Dat geeft dus, ik heb het al gezegd, de moeilijkheid om de zaken te beantwoorden. Ik vind

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 574